Nederland zette zwaar geschut in tijdens Indonesische onafhankelijkheidsoorlog
- Nieuws
- Nederland zette zwaar geschut in tijdens Indonesische onafhankelijkheidsoorlog
Het Nederlandse leger maakte in de strijd tegen de Republiek Indonesië, tussen 1945 en 1949, veelvuldig gebruik van zware wapens. Historicus Azarja Harmanny deed de afgelopen jaren onderzoek naar de inzet van onder andere artillerie en bommenwerpers en vertelt erover in De Nieuws BV.
Video niet beschikbaar
Volgens Harmanny hebben veel mensen een beeld van de oorlog in Indonesië dat niet helemaal klopt. "Het wordt vaak gezien als een guerrillaoorlog met veel kleinschalige patrouilles en voornamelijk handvuurwapens." Uit het onderzoek van Harmanny blijkt dat het Nederlandse leger zwaar geschut in heeft gezet, zoals artillerie, kanonnen en bommenwerpers.
Ongelijk oorlogsveld
Het oorlogsveld was niet gelijk, vertelt Harmanny. "Nederland had een moderner leger en was sterk bewapend en professioneel getraind. Indonesië was nog maar net als republiek uitgeroepen en had in allerijl een leger uit de grond gestampt."
Voor militairen is het belangrijk dat je zo weinig mogelijk verliezen lijdt en de tegenstander zo groot mogelijke verliezen toebrengt, legt Harmanny uit. "Nederland wilde het eigen risico verminderen." Het Nederlandse leger was qua manschappen in de minderheid. Daarnaast kenden de Indonesiërs het terrein beter en hadden ze de steun van de bevolking. Harmanny: "Zwaar geschut was voor Nederland een manier om zich staande te houden in die omgeving."
Bloedbad
De Indonesiërs voerden een hele effectieve guerrillaoorlog volgens Harmanny. "Dat kwam deels omdat ze geen moderne wapens hadden en niet in open gevecht konden winnen." Dit zorgde voor hele grote verliezen aan de kant van de Indonesiërs. "Het werd een bloedbad soms. Door te kiezen voor een guerrillastrijd, werden ze heel ongrijpbaar voor Nederlandse troepen."
Niet eerder onderzocht
Harmanny becijferde dat de Nederlandse krijgsmacht 1500 artilleriebeschietingen en 1000 luchtaanvallen uitvoerde. Elke dag van de oorlog was er wel zo'n aanval. Hoeveel (burger)slachtoffers daarbij vielen, is in veel gevallen moeilijk te achterhalen.
Niet eerder werd er onderzoek gedaan naar de zware wapeninzet van Nederland tijdens deze oorlog. Harmanny betreurt dat het niet eerder gebeurd is. "Het is een oorlog die we niet altijd onder ogen hebben willen zien als samenleving, maar ook universiteiten en instituten hebben er niet altijd evenveel aandacht voor gehad. Dat is de laatste decennia echt gaan schuiven."