'De Joodse Raad heeft heel weinig bereikt, maar voor hun streven kun je wel sympathie hebben'
- Nieuws
- 'De Joodse Raad heeft heel weinig bereikt, maar voor hun streven kun je wel sympathie hebben'
Het overheersende beeld na de Tweede Wereldoorlog van de Joodse Raad was - zacht uitgedrukt - negatief. Historicus Bart van der Boom onderzocht notulen, brieven, aantekeningen, verslagen en andere bronnen. Hij schreef hierover het boek 'De politiek van het kleinste kwaad'. Van der Boom was te gast in NOS Met het Oog op Morgen.
Video niet beschikbaar
"De Joodse Raad is vreselijk verguisd. Dat is ook wel begrijpelijk, want de Joodse Raad heeft altijd gehoorzaamheid gepreekt en na de oorlog was evident dat dat een heel fout advies was. Maar als je het bekijkt vanuit de kennis en de percepties van 1942/1943 dan denk ik dat je dat veel beter gaat snappen", zegt Van der Boom.
"De Joodse Raad is in februari 1941 opgericht op last van de Duitse bezetter, die wilde een soort doorgeefluik voor opdrachten en bevelen. Ze wilden de Joden zoveel mogelijk isoleren van de rest van de maatschappij. De Joodse Raad is het enige contact tussen Joden en niet-Joden. Een soort mini-regering van de Joden in Nederland tijdens de bezetting. Dat duurt tot september 1943. Dan vertrekt de laatste trein en daarin zaten ook de voorzitters van de Joodse Raad. Daarna waren, behalve de onderduikers, alle Joden uit Nederland weggevoerd."
Minst slechte optie
"Dat deden ze omdat ze dachten dat onder omstandigheden het de minst slechte optie was. Dat is gelijk heel erg moeilijk te begrijpen, omdat wij weten dat die deportatietreinen naar Auschwitz of Sobibor reden waar 70 procent, of in het geval van Sobibor iedereen, onmiddellijk werd vergast. Dan is het heel raar om te zeggen 'we hebben geprobeerd erger te voorkomen door hieraan mee te werken'. Achteraf is dat volstrekt absurd", aldus Van der Boom.
"Die mensen toen wisten dat die deportaties een ernstig misdaad waren. Maar wat mensen niet wisten, is dat bijna al die mensen die gedeporteerd werden een paar dagen later dood waren. Dat is onvoorstelbaar voor de tijdgenoten", stelt Van der Boom.
"De discussie om wel of niet mee te werken komt alsmaar terug. Al bij de oprichting, lang voordat de deportatie beginnen, besluit de Joodse Raad dat ze geen oneervolle opdrachten zullen aanvaarden. Ze realiseren zich: wij worden een soort verlengstuk voor de bezetter en dat is een heel linke positie. En elke keer worden toch de grenzen verlegd. Ze voelen aan dat ze daarmee iets heel ernstigs doen en bij de deportaties al helemaal. Ze realiseren zich dat ze iets niet weten."
Vrijstelling
"De Joodse Raad kon vrijstelling verlenen. Iedereen die er werkte, hebben er dus belang bij dat die organisatie blijft bestaan. Je kunt mensen beschermen en dat hebben ze ook gedaan. Dat maakt het allemaal best complex. Maar als je er met enige empathie naar kijkt, dan zie je dat mensen ook echt dachten dat ze erger voorkwamen", zegt Van der Boom.
"Het pijnlijke is dat de Joodse Raad heel weinig positiefs voor elkaar heeft gekregen. 75 procent van de Nederlandse Joden is vermoord, dat is veel meer dan in andere landen. De medewerking van de Joodse Raad is daar wel een onderdeel van. Dus ze hebben heel weinig bereikt. Maar voor hun streven kun je wel sympathie hebben."
oog joodse raad
Download de NPO Radio 1-app
Met onze app mis je niks. Of het nou gaat om nieuws uit binnen- en buitenland, sport, tech of cultuur; met de NPO Radio 1-app ben je altijd op de hoogte. Download 'm hier voor iOS en hier voor Android.