Directeur stilgelegde zinkfabriek Nyrstar: overheid laat ons in de steek

De directe reden voor het stopzetten van Nyrstar zijn de hoge stroomprijzen. In België en Frankrijk staan er echter ook fabrieken van het bedrijf, maar die draaien wel. De reden: "Een ongelijk speelveld in Europa”, stelt Leendertse. “In die andere landen bestaat een indirecte kostencompensatie voor CO2-uitstoot. Daarom is de netto stroomprijs die ze in België en Frankrijk betalen een stuk lager dan in Nederland." Door de compensatie loopt de fabriek in Budel 50 miljoen per jaar mis.

Ondertussen kost het stopzetten van de fabriek handenvol geld: zo’n 5 miljoen per maand. "We betalen de salarissen door, de onderhoudskosten lopen door, nieuwbouwprojecten lopen door. Er komt geen euro aan inkomsten binnen."

'Behoud industrie'

In Geld of je leven kwam CDA-leider Henri Bontenbal eerder op voor de indirecte kostencompensatie (IKC). Hij waarschuwt al langer dat Nederland haar industrie wegjaagt. Nienke Homan, de voorzitter van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI), is het hiermee eens. "Je moet zorgen dat je in Nederland essentiële producten kan blijven maken", zegt ze.

Zink is belangrijk. Het wordt veel tetoegepast in de industrie, maar wordt ook gebruikt in elektronica. Ook deurklinken zijn vaak van zink gemaakt, waardoor vrijwel iedereen het in huis heeft.

Leendertse voelt zich in de steek gelaten door de overheid. Het hoge stroomgebruik komt juist omdat het bedrijf veel investeerde om schoner te worden: precies zoals de overheid wil, maar nu kan Nystar toch zelf in de buidel gaan tasten. "We hebben het in Nederland vaak over stoppen met fossiele brandstoffen en elektrificeren. Maar wij zíj́n bijna geheel geëlektrificeerd. Wat wil je nog meer?" vraagt hij zich af.

Hij voorziet grote problemen als meer bedrijven gaan elektrificeren, omdat ze dan te maken krijgen met dezelfde extra kosten die Nyrstar heeft.