'W.F. Hermans wil ons dingen duidelijk maken die we niet willen horen'
- Nieuws
- 'W.F. Hermans wil ons dingen duidelijk maken die we niet willen horen'
“Voor W.F. Hermans was schrijven een doodserieuze bezigheid”, vertelt biograaf Willem Otterspeer bij De Taalstaat. “Hij kon ontzettend grappig zijn, maar de bodem van zijn schrijven was toch: ik wil precies weten wat er in mezelf zit en wil het aan jullie, de lezer, opleggen. Als een soort dwangbevel.”
Video niet beschikbaar
Op 1 september is het 100 jaar geleden dat Willem Frederik Hermans werd geboren. Een van de grootste naoorlogse schrijvers van Nederland. Alle reden om stil te staan bij zijn schrijverschap, wat hem zo bijzonder maakt en wat er zo opmerkelijk is aan zijn taal.
Willem Otterspeer maakte in twee vuistdikke biografieën over Hermans. Een favoriet boek kiezen van Hermans vindt de historicus “vrijwel onmogelijk”. Maar als het dan echt moet? “Dan is Paranoia, een grote verhalenbundel, mijn allerlievelings. Gedeeltelijk vanwege de vormgeving. Als Hermans-liefhebber ga je gekke dingen doen als eerste drukken kopen. Deze heeft een bijna zwart-paarse omslag. Hermans vond het zelf ook een prachtboek.”
Een van de kenmerkende zaken aan Hermans’ schrijven is de manier waarop hij een spelletje lijkt te spelen met de lezer, vertelt Otterspeer. “Je wil Hermans meerdere malen herlezen omdat je denkt dat er toch een oplossing bestaat. Dat is meestal niet zo. Dat komt omdat hij voor een deel de ‘hij’ en de ‘ik’ door elkaar laat lopen en je zo direct aanspreekt en in de roman slurpt. Je gaat je naar mate het verhaal vordert medeschuldig voelen en omdat je niet weet waaraan je schuldig bent, intrigeert je dat en wil je het opnieuw lezen.”
'Getroffen omdat ik het niet begreep'
Otterspeer werd zelf al jong blootgesteld aan Hermans. “Ik was 14 jaar en op de middelbare school had onze leraar Nederlands een eigen bloemlezing samengesteld met daarin ook het verhaal Paranoia. Dat heeft mij vooral getroffen omdat ik het niet zo goed begreep.”
Toen de historicus aan de biografie begon, had hij inmiddels alles van Hermans al wel gelezen. “En mijn conclusie was: hier is iemand aan het woord die het niet goed met ons voor heeft. En misschien wel in paradoxale zin. Want hij wil ons dingen duidelijk maken die wij niet willen horen. Hij zei: een schrijver is iemand die achter zijn eigen borden met ‘verboden toegang’ kijkt, maar hij wil ook dat wij dat zélf doen. Dingen die wij onszelf niet durven bekennen, blootstellen.”
Lees ook
100 jaar W.F. Hermans
Gemengder beeld
Door het werken aan de biografieën werd Otterspeers beeld van Hermans ‘gemengder’. “Niet alleen een roman is ambigu, ook een biografie is ambigu. Die heeft mitsen en maren en tegenstellingen. Wat meer naar voren kwam, is de kwetsbaarheid van Hermans. Dus niet alleen die agressie die overal voor het oprapen is, maar ook de kwetsbaarheid.”
“Zo had De Donkere Kamer van Damokles als originele titel Een overgevoelige natuur. En dat was Hermans ook, een overgevoelige natuur”, gaat Otterspeer verder. De gevoeligheid is volgens de biograaf terug te vinden in bepaalde personages. “Als je die hoort spreken in een roman, hoor je de taal van een lieve teddybeer die door alle boeken van Hermans zit. Die teddybeer die hij zelf gehad heeft. Die is het symbool van de kwetsbaarheid van Hermans.”
Kwetsbaarheid
Maar, waarschuwt Otterspeer, stel je Hermans niet liever voor dan hij was. “Je moet altijd in gedachten houden dat die kwetsbaarheid er was. Maar om niet te kwetsbaar te zijn, werd die gelijk omgezet werd naar agressie. Dat is wat hem gaande hield. Hij zocht die frustratie op omdat dat het levensbloed van zijn schrijven was. Daar was hij zich zeer van bewust.”
De mislukkingskunstenaar (deel 1 uit 2013) en De zanger van de wrok (deel 2 uit 2015) verschenen bij De Bezige Bij en zijn verkrijgbaar via de lokale boekhandel.