'Punk is een dikke middelvinger naar de maatschappij'
- Nieuws
- 'Punk is een dikke middelvinger naar de maatschappij'
“Toen ik het nummer Anarchy in The Uk van de Sex Pistols voor het eerst hoorde explodeerde er iets in mij. Ik was verkocht,” vertelt Bert Broodje. Hij is oud-punker en tegenwoordig punkverzamelaar. Het EYE Filmmuseum vroeg hem om zijn collectie te tonen in de garderobe van het gebouw aan het Amsterdamse IJ. Posters, buttons, platen, t-shirts, boeken, van alles is er te zien. De tentoonstelling van Broodje maakt onderdeel uit van het punk-filmfestival: Fury! Punk Culture dat EYE de komende drie weken organiseert. Zo wordt het veertigjarig bestaan van punk gevierd.
Voor Broodje begon het allemaal in 1976. Hij was zestien en woonde net in Amsterdam. In het huis waar hij met allemaal jongeren woonde, zag hij iemand met geverfde haren, veiligheidsspelden en make-up. ‘Bij hem moet ik zijn,’ dacht Broodje. “Hij heeft mij ingewijd in de wereld van de punk. Hij wist precies precies waar je de juiste platen kon kopen, namelijk bij Boudisque en No Fun.”
Maar in Engeland gebeurde het natuurlijk echt, vertelt Broodje. “In Nederland was het toch een soort polder-punk. Wij keken dan ook op tegen de Engelsen. We lieten ons inspireren door modeontwerper Vivienne Westwood en Malcolm McLaren (van de Sex Pistols). Als er iemand in Londen was geweest, nam hij haarverf mee voor iedereen: Crazy Colours. Op vrijdagavond zaten we bij iemand thuis elkaars haar te verven.”
Voor Broodje was punk a-politiek, het was lang leve de lol. “We waren wel een beetje boos op het systeem, maar we waren niet zo kwaad als de Engelsen: voor hen was het leven veel harder. Zij kenden echte armoede.” In Amsterdam was een groot deel van de punkers zelfs opgegroeid in Zuid, vertelt Broodje. “Een vriend uit de punkscene, met wie ik veel concerten bezocht en veel bier dronk, zei bijvoorbeeld doodleuk dat hij tandarts wilde worden.”
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Een kunstzinnige punkcultuur
“In Nederland was de punkcultuur veel meer verbonden met de kunstscene,” vertelt Ronald Simons, programmeur van het filmfestival in EYE. Hij gaat verder: “Er werden performances gehouden, je had bijvoorbeeld galerie Anus en Dr. Rat - een kunstenaar die tags plaatste. Het was veel creatiever dan in Londen. Maar hier had je natuurlijk ook altijd het vangnet van een uitkering waar je op terug kon vallen.”
Punk is een keiharde dikke middelvinger naar de maatschappij, zegt Simons. “De jongeren van toen wilden het spel niet meespelen, ze wilden het zelf doen. Dat uitte zich vooral in de muziek. Er bestond een grote behoefte om keihard op een gitaar te raggen. Het was een manier om je onvrede te tonen.”
In de cinema zie je die houding ook terug, vervolgt Simons. De films die hij uitkoos gaan niet eens perse over punkers, maar de filosofie van Do It Yourself, komt er heel duidelijk in naar voren. Hij noemt wat voorbeelden: Permanent Vacation van filmmaker Jim Jarmusch, maar ook in Nederland zijn er films te vinden, zoals Andy, bloed en blond haar van Frank Wiering. Simons: “De makers van deze films verzetten zich tegen wat normaal werd gevonden. Daarin zijn die films echt punk.”
Foto: Bert Broodje door Jan van Breda
Punk is niet dood
Simons vroeg de programmeur van het Patronaat, poppodium in Haarlem, om voor het festival bands uit te nodigen die nu punk zijn. Want punk is niet dood, aldus Simons. Al was een echte punkfilm nauwelijks meer te vinden. “Anno 2016 voelen mensen denk ik niet meer zo de noodzaak die aan de wieg stond van punk. Alleen de documentaire die is gemaakt over Pussy Riot zou ik wel punk noemen. Het is denk ik ook niet toevallig dat Pussy Riot uit Rusland komt, zij hebben nog echt iets om voor te strijden.
Bert Broodje is blij dat hij die echte punk-tijd heeft meegemaakt: "Amsterdam is nu zo vertrut. Eind jaren zeventig liep ik met een t-shirt rond met de opdruk: Fuck off Juliana. Dat zou nu niet meer kunnen, ik zou door de politie van straat worden geplukt."
Foto: Pussy Riot
Het programma van Fury! Punk Culture loopt nog tot en met 15 juni in het EYE Filmmuseum in Amsterdam.