Jeroen Krabbé: 'Ik dacht alleen maar: hoe haal ik alles uit het leven?'
- Nieuws
- Jeroen Krabbé: 'Ik dacht alleen maar: hoe haal ik alles uit het leven?'
5 december wordt Jeroen Krabbé 80 jaar. Om dit te vieren maakte hij acht schilderijen over elk decennium van zijn leven en schreef Rosa Koelemeijer het boek Krabbé - Een biografisch portret. Willemijn Veenhoven interviewt Jeroen in Kunststof en ze bespreken zijn leven aan de hand van deze schilderijen die nu te zien zijn in het Cobra Museum in Amstelveen.
Jeroen Krabbé, kunstenaar, acteur, regisseur en presentator - Kunststof
Het idee om van zijn leven schilderijen te maken kreeg hij toen hij zich voor een AVROTROS tv-serie verdiepte in Frida Kahlo. Hij verdeelde ieder doek in drieën en maakte per schilderij drie vertellingen, steeds van links naar rechts.
Op het eerste schilderij zien we onder andere een bang jongetje. Waar hij bang voor was, dat wist hij niet. Dat inzicht kwam pas veel later. "Ik ben erachter gekomen dat ik bang was voor wat niet verteld werd, maar wat er wel was." Van zijn moederskant waren 81 familieleden in de oorlog vermoord, inclusief haar vader en zusje. "Men wist niet hoe ermee te handelen."
Naar de Toneelschool
Nu hij alle gebeurtenissen uit zijn eigen leven op een rij ziet, samengevat in het boek en in zijn schilderijen, ziet hij dat de acteur er al vroeg in zat. Soms wist hij tijdens het schilderen niet eens waar hij mee bezig was. "Het is een volledig intuïtief proces als ik een schilderij opzet. Het is een onderstroom, die er is."
Wat hielp bij het kiezen over de verhalen die hij over zijn leven wilde vertellen waren de vele plakboeken en fotoalbums die hij in zijn leven bijhield. In zijn tienerjaren ging hij naar de MULO. Hij verbeeldde het met een trap vol bloed. Hij vond het verschrikkelijk en haalde ook geen goede cijfers. Daarover zei hij altijd: "Dat geeft niet, ik heb het niet nodig. Ik word acteur." In hetzelfde schilderij is te zien hoe hij naar de Toneelschool gaat en eindelijk zijn plek vindt. "Het was net alsof het een mal was waar ik in kon gaan liggen. Het paste precies. Ik vond niets moeilijk."
Zijn moeder werkte als filmvertaalster en nam haar zoon vaak mee naar een speciale ruimte in het Tuschinski-theater waar hij naar de films mocht kijken waarvan zijn moeder de vertalingen checkte. "Daar zag ik films die ik niet begreep, maar ik dacht wel: dit is is het."
Als kind van gescheiden ouders nam hij zich voor nooit te scheiden. "Het is de zekerheid die je hebt van die twee mensen boven je. Dat zijn twee pilaren waar je op steunt. Die zijn er. En dan blijkt dat dus niet waar te zijn. Dat was de grootste schok."
Escapisme
De aantrekkingskracht van het acteursvak schuilt in het escapisme. "Het was een reddingsmiddel om je maar niet ellendig te voelen." Aanvankelijk was Hollywood nog ver weg, maar toch zag hij het toneel al van meet af aan als springplank.
Als twintiger beleefde hij mooie tijden in Villa De Bereklauw in Aerdenhout. Ieder weekend was hij daar met zijn vrienden en vriendinnen. "Wij waren de nieuwe generatie en wij zouden weleens laten zien wat het leven was." Later kwamen mensen uit Amsterdam ook naar De Bereklauw, zoals Ramses Shaffy. Wat er ook gebeurde, hoe vrij de liefde ook was, zijn relatie met zijn vrouw Herma overleefde alles. "In de sixties dacht je niet in dat soort termen. Hoe overleef ik dit? Je dacht alleen maar: hoe ga ik leven? Hoe haal ik alles uit het leven?" Hij kijkt er op terug als een hoogtepunt. "We schudden de zwaarte van de oorlog van ons af."