Pianist Cor Bakker: 'Ik was een onzeker mannetje. Nog steeds eigenlijk'
- Nieuws
- Pianist Cor Bakker: 'Ik was een onzeker mannetje. Nog steeds eigenlijk'
Deze week verschijnt de biografie In alle toonaarden – Mijn leven achter de piano, van pianist Cor Bakker. Hij beschrijft de ups en downs uit zijn leven achter de piano. Bakker studeerde cum laude af aan het conservatorium in Amsterdam, speelde jarenlang bij het Metropole Orkest, maakte talloze theaterprogramma’s met onder meer Karin Bloemen en Brigitte Kaandorp, en ook solo. Jarenlang speelde Bakker bij Paul de Leeuw, onder meer in De schreeuw van De Leeuw. Hij begeleidde internationale artiesten als Al Jarreau en Lionel Richie. Maar desondanks is hij soms nog steeds onzeker, vertelt hij in Kunststof.
Cor Bakker, pianist - Kunststof
Cultuurarm nest
Cor Bakker groeit op in een warm-, maar wel een cultuurarm nest, zegt hij. "Er was geen muziek, geen sport, niets. Ik was de jongste van vier kinderen. Ik heb als kind nooit een museum van binnen gezien. Dat was allemaal maar flauwekul. Er stonden twee boeken in de kast: de bijbel en het telefoonboek. En een plaat van James Last."
Pianist Louis van Dijk
Bakkers grote idool was pianist Louis van Dijk, al sinds zijn 11e. Van zijn zakgeld kocht hij al Van Dijks platen. "Noot voor noot zocht ik zijn muziek uit. De pickup stond aan de voorkant van het huis, de piano achter, in de serre. Ik luisterde naar de plaat, rende terug naar de piano om het uit te proberen. Ik rende net zo lang heen en weer tot ik het had. Monnikenwerk was dat."
Op de middelbare school had Bakker zelf geen idee of hij muzikaal talent had, maar zijn muziekleraar twijfelde er niet aan. Hij vroeg Louis van Dijk eens naar Bakker te luisteren. "Trillend van de zenuwen kwam ik bij hem. Ik was 17. Het is krankzinnig om oog in oog te staan met je grote idool, alsof je bij Messi op bezoek bent." De jonge Bakker speelde wat stukken voor. Van Dijk zei al snel: "Jij bent een Amsterdammer hè? Dan zal ik het je in je eigen taal vertellen: je bent een enorme lul als je niet naar het conservatorium gaat. Sterker nog: dan ben je het doodschoppen niet waard."
Oplichterssyndroom
"Ik was een heel onzeker mannetje. Eigenlijk nog steeds wel", vervolgt de meesterpianist. "Tegenwoordig zit ik wekelijks in het televisieprogramma Podium Klassiek, dat vind ik heel erg leuk om te doen, maar ook spannend. Ik ben toch altijd wel een beetje onzeker. Ik heb zo nu en dan zo’n droom die veel artiesten hebben. Dan droom ik dat ik voor een zaal speel en ineens staat er iemand op die roept: hij kan er niets van, hij is een oplichter. Dat ik dan door de mand val."
Tegenstrijdig
Er zit zeker iets tegenstrijdigs in hem, bekent Bakker. "Met Paul de Leeuw kwam ik voor het eerst op televisie, maar het liefst zat ik met een emmer over mijn hoofd achter een gordijn. Ik wilde vooral niét in de belangstelling staan. Dan moet je net Paul de Leeuw hebben. Die trekt je bijna letterlijk aan je haren voor de camera. Ineens herkenden mensen me op straat. Een heel raar fenomeen."
Er is ook een deel in hem dat wel graag in de belangstelling staat. "Ik vertel bijvoorbeeld graag moppen. Waarom vertelt iemand nou moppen? Volgens mijn vrouw is het een gebrek aan inhoud. Maar ik vind het leuk om verhaaltjes te vertellen. Moppen zijn kleine verhaaltjes en liedjes eigenlijk ook. Ik wil graag mensen boeien. Louis van Dijk zei altijd: "Ik wil dat mensen van me houden als ik speel". Dat ben ik helemaal met hem eens. Ik wil mensen raken. Als je dat kunt, dat is wel heel fijn hoor.