Wat als je als moeder spijt krijgt van je kind? 'Ligt een groot taboe op'
- Nieuws
- Wat als je als moeder spijt krijgt van je kind? 'Ligt een groot taboe op'
Moederschap wordt vaak gezien als het ultieme doel in het leven van een vrouw. Je krijgt er zogenaamd 'zoveel voor terug', maar wat als dat niet zo voelt? Wat als je spijt hebt van je kinderen? Hoewel er nauwelijks over wordt gesproken, bestaan er vrouwen die dit gevoel ervaren. Met haar theaterstuk Je krijgt er zoveel voor terug wil Ali Zijlstra dit taboe doorbreken en een moeilijke, maar belangrijke discussie openen over 'spijtmoeders'.
Video niet beschikbaar
Waar gaat het stuk van Zijlstra over? "Het stuk draait om een vrouw die spijt heeft van haar moederschap, en tegenover haar staat Dieuwke, die voor de tweede keer zwanger is. Terwijl haar broer Frank – die homo is en een sterke kinderwens heeft – het moederschap idealiseert, beseft Dieuwke steeds duidelijker dat ze eigenlijk nooit moeder had willen worden. Dit wringt met het idee dat vrouwen van nature naar kinderen zouden moeten verlangen, een maatschappelijk beeld dat nog altijd hardnekkig is."
Carrièrebitches en kattenvrouwtjes
Zijlstra vertelt dat de voorstelling niet alleen uit haar eigen twijfels over het moederschap voortkomt, maar ook uit persoonlijke ervaringen rond haar dertigste levensjaar: "Ik had altijd gedacht dat ik moeder zou worden, maar ineens voelde ik paniek. Het idee dat het een onvermijdelijk onderdeel van mijn leven zou zijn, verdween plots. Wat als ik nooit kinderen wil? Of erger nog, wat als ik ze krijg en spijt krijg?" Zijlstra begon zich af te vragen waarom er een cultuur bestaat waarin het moederschap als vanzelfsprekend wordt gezien, en of vrouwen die kiezen om geen moeder te worden, vaak nog als 'carrièrebitch' of 'kattenvrouwtje' worden afgeschilderd.
Taboe
De vraag naar spijt over het moederschap is niet nieuw, maar er rust nog altijd een zwaar taboe op. Mensen maken zich snel zorgen over het welzijn van het kind wanneer een vrouw openlijk spreekt over haar gevoelens van spijt. Daarnaast heerst het idee dat vrouwen van nature geschikt zijn voor het moederschap, wat ervoor zorgt dat vrouwen zich vaak onder druk gezet voelen om deze rol met perfectie te vervullen.
'Verschoontafels zijn vaak alleen in vrouwentoiletten te vinden'
Verkeerd beeld
Psycholoog Irma van Steijn ziet in haar praktijk regelmatig vrouwen die spijt hebben van hun moederschap. "Sommigen hebben hun hele leven gehoord dat kinderen hen gelukkig zouden maken, maar ontdekken dat de realiteit veel zwaarder is dan ze zich hadden voorgesteld. Gebroken nachten, weinig tijd voor jezelf, en de continue zorg maken dat vrouwen soms verlangen naar hun leven vóór het moederschap."
Wat het extra lastig maakt, is dat veel vrouwen het gevoel hebben dat ze hun ervaringen niet mogen delen, omdat dat hun kinderen zou kunnen schaden. "Je kunt zeker niet zomaar tegen je kind zeggen dat je spijt hebt van hun komst", waarschuwt Van Steijn. "De kinderen die dat van hun ouders hebben gehoord, zien we vaak terug in onze praktijk." Toch is openheid over dit onderwerp belangrijk om vrouwen die met deze gevoelens worstelen te steunen. Zij moeten niet het gevoel hebben dat ze falen, maar eerder dat hun gevoelens legitiem zijn en gedeeld mogen worden.
Wel 'luizenmoeders', geen 'luizenvaders'
Het theaterstuk van Zijlstra raakt ook aan de bredere problematiek van de ongelijke verdeling van zorgtaken. De zorg komt in veel gevallen nog steeds vooral bij de vrouw terecht. "Dat begint al bij de verschoontafels die vaak alleen in vrouwentoiletten te vinden zijn. Maar denk ook aan de 'luizenmoeders' op scholen, zonder dat er ooit over 'luizenvaders' wordt gesproken." Zijlstra stelt dat dit bijdraagt aan de enorme druk die vrouwen voelen om als supermoeders door het leven te gaan. "Dit leidt er niet alleen toe dat ze zichzelf voorbijlopen, maar ook dat ze onterecht denken dat hun gevoelens van spijt of overbelasting ongewoon zijn."
Villa VdB
Villa VdB (Omroep MAX) hoor je van maandag t/m donderdag van 14.00 tot 15.30 uur op NPO Radio 1. Gepresenteerd door Jurgen van den Berg.