De jonge doctor: 'Koffie al effect na één kopje'

Let dus wel: ‘vermoeide hersencellen.’ Voorwaarde is dat de hersenen al een intensieve taak hebben moeten ondergaan, zoals het maken van ingewikkelde wiskundeopgaven. Hoe werkt dat? Na een taak die de hersenen vermoeit komt de neurotransmitter adenosine vrij. Die zorgt ervoor dat hersencellen in ruststand gaan.

Koffie in de middag

Cafeïne remt die werking van adenosine. Dat is al het geval bij een hoeveelheid cafeïne van één kop koffie. Het resultaat: de hersencellen gaan weer met elkaar communiceren alsof ze nog niet moe zijn gemaakt. Met Kerhofs’ onderzoek kan het opkikker-effect dat mensen ’s ochtends na koffie ervaren dus niet worden verklaard, een kop koffie in de middag (nadat de hersenen al actief zijn geweest) zou juist wél dat effect hebben.

Het onderzoek is deel van het proefschrift van dr. Amber Kerkhofs, waar ze pas op is gepromoveerd. Voor haar thesis onderzocht ze de invloed van cafeïne en de lichaamseigen stof acetylcholine in de hersenen. Kennis over wat deze stoffen met ons doen is relevant voor de maatschappij om de consumptie van cafeïne en de werking daarvan op aandacht beter te begrijpen.

De jonge doctor

In de rubriek ‘De jonge doctor' laat dr Kelder elke week een pasgepromoveerde aan het woord om te vertellen over de kennis waarmee hij de wereld van de wetenschap heeft verrijkt. Ken of ben jij een iemand die bijna promoveert/net is gepromoveerd? E-mail dr Kelder op dr.kelder@avrotros.nl!