Stad aan het 't Haringvliet: hoe leefbaar is het dorp nog zonder goede busverbinding?

Geen winkels

Was het dorp de vorige eeuw nog een levendige plaats, met vier bakkers, twee slagers en vele kleine winkeltjes, inmiddels is er geen enkele winkel meer over. “Je hebt er een triest gevoel bij,” zegt Jan Maliepaard, een oudere bewoner die getuige is geweest van alle veranderingen. Op de vraag waar het naar toegaat met ‘Stad’, antwoordt hij: “Slechter kan het niet worden. Ik denk niet dat er winkels terugkomen, dit is blijvend.” Ook de rijdende winkel die het echtpaar Nel en Wout van Kouwen had tot voor kort nog reed, heeft het niet gered. Het echtpaar was aan pensioen toe en niemand wilde het overnemen; de opbrengsten waren te laag. Wout begrijpt dat ook wel: “Als je ziet hoe al die bezorgdiensten van supermarkten door het dorp heenrijden. Het is allemaal online tegenwoordig.”

Leefbaarheid

De dorpsraad stelde in april een petitie op die door vrijwel alle bewoners werd ondertekend, en in mei werd aangeboden aan de regiodirecteur van Connexxion en de verantwoordelijke Gedeputeerde van Zuid-Holland. Het was een noodkreet voor het behoud van een halte van de streekbus, en een protest tegen de plannen van nóg verdere verschraling, namelijk om de kleine bussen vanaf 2023 door vrijwilligers te laten rijden. De reactie van vervoersbedrijf en Provincie liet lang op zich wachten. Een paar weken geleden kwam het antwoord dan eindelijk: er komt een halte van bus 635 aan de rand van het dorp. Maar de plannen voor een belbus, gereden door vrijwilligers, is nog niet van de baan.

Kleine gemeenten

Niet alleen in Stad aan ’t Haringvliet staat de leefbaarheid van onder druk. Dat is het geval in veel kleine gemeenten, met name buiten Randstad. Het ov is daar niet rendabel genoeg.

Eind oktober kwam het PBL (Planbureau voor de Leefbaarheid) met de uitkomst van een onderzoek, waaruit bleek dat vervoersbedrijven vooral bezig zijn om files te omzeilen en passagiers zo efficiënt mogelijk van A naar B brengen. Ze hebben daardoor te weinig aandacht voor bepaalde groepen (ouderen, scholieren en armeren) die moeite hebben om naar het winkelgebied of school te komen. Voor mensen buiten de Randstad is de achterstand het grootst, in het bijzonder in de daluren.

Afgelopen maandag 28 november, debatteerde de 2de kamer over de verdeling van de 7,5 miljard voor infrastructuur voor bereikbaarheid van woonwijken. Daarvan is 4 miljard uitgetrokken voor het ov. Maar de bewoners uit provincies als Friesland, Limburg en Zeeland vrezen dat het geld grotendeels naar de economisch rendabelere regio’s in de Randstad gaat.

Nieuwe halte

De voorbereidingen voor de nieuwe halte, die aan de rand van Stad aan ’t Haringvliet komt, zijn inmiddels gestart. Maar of dat de oplossing is, is nog maar de vraag. Adrie van der Waal vindt van niet: “Als je anderhalve kilometer van de halte woont, dan is dat voor een oudere niet te doen. Ik red dat niet!”