Minister Agema wil toegang tot medische data van patiënten verruimen voor buiten de zorg

Hoe medische gegevens van een patiënt naar een zorgverlener gaan, kan op twee manieren, legt Marc Smits, beleidsadviseur Stichting Privacy First, uit. Zo kan de data gericht beschikbaar worden. Dan reist de data met een patiënt mee in het zorgtraject. "Dan heb je samen met de arts de regie daarover", aldus Smits.

Gegevens bij centrale melden

De tweede optie is het ongericht beschikbaar maken van de data. En dat is wat minister Agema wil. Dat houdt in dat de patiënt en de gegevens worden uitgewisseld via een centrale. Smits: "Bij zo'n centrale geef je de regie uit handen en word je voor het toezicht afhankelijk van het systeem. (...) Het grootste bezwaar is dat je als patiënt geen zicht meer hebt op wie er toegang heeft.

De vraag die dan ook ter tafel komt is: wie kunnen er gebruikmaken van de medische gegevens? En: wat gebeurt er als het systeem kapot gaat? Wie is er verantwoordelijk voor? In de plannen die Agema nu voor het systeem heeft, zijn de data heel breed beschikbaar. Dus, zoals Smits het leest zouden mensen er onderzoek mee kunnen doen vanuit universiteiten, maar ook zorgverzekeraars kunnen het inzien. Gemeenten, overheid, de bedrijfsarts, het UWV, woningbouwcoöperaties: die kunnen er dan allemaal in, denkt Smits.

Toegang enorm verruimen

Kortom: "Het is duidelijk dat ze de toegang enorm wil gaan verruimen voor buiten de zorg", zegt Smits. Dat, terwijl de band tussen patiënt en arts berust op vertrouwen. Oftewel, straks moeten patiënten zich gaan afvragen wat ze nog aan hun arts kunnen melden, omdat ze niet weten bij wie het verder nog terechtkomt.