Carel Kraayenhof: 'Wereldmuziek is stervende in Nederland'

Waar in Argentinië de tango weer een opleving beleeft, is het genre in Nederland stervende. En niet alleen de tango maar de hele wereldmuziek, waarschuwt Carel Kraayenhof. Hij moet na dertig jaar noodgedwongen een punt zetten achter zijn tango-ensemble.

"Ik heb dertig jaar lang heerlijk mijn droom kunnen leven", zegt de bandoneonist in NOS Met het Oog op Morgen. "Maar het is toch onderdeel van de wereldmuziek en die is stervende in Nederland."

Kraayenhof blijft zelf nog wel optreden, maar het is financieel niet meer haalbaar om het zeskoppige Sexteto Canyengue met crew overeind te houden. "Het wordt steeds moeilijker voor wereldmuziek. Ik zie dat ook bij mijn collega's in de flamenco of de fado. Er zijn niet echt meer radiozenders die nog wereldmuziek uitzenden, we hebben natuurlijk de culturele bezuinigingen gehad, de crisis. In het hele culturele klimaat is minder ruimte voor wereldmuziek."

Kraayenhof, die bekend werd door 'de traan van Máxima' in 2002, wijt de neergang aan een veranderende tijdsgeest. "Dat zie je bijvoorbeeld in het muziekonderwijs. De logica dat muziek voortkomt uit een akoestisch instrument verdwijnt in Nederland. Dat is vreemd als je je bedenkt hoe belangrijk akoestische muziek is voor het kinderbrein."

Het Sexteto Canyengue deed zijn best om het tij te keren en probeerde ook nieuwe dingen, verzekert Kraayenhof. "Ik heb opgetreden met BLØF en Trijntje Oosterhuis. Met allerlei orkesten, Het London Symphony Orchestra bijvoorbeeld. Maar nog bleef het hard werken om zalen vol te krijgen."

Golfbeweging

In andere landen ziet de bandoneonist juist het tegenovergestelde gebeuren. "In Argentinie is een nieuwe generatie opgestaan die massaal weer tango speelt. Dat gebeurt ook met muziek in Ierland en in Cuba."

Pessimistisch is Kraayenhof dan ook niet: "Ik geloof dat het ook weer terugkomt. Het gaat in golfbewegingen. De wereldmuziek staat niet stil, ik bewaak geen traditie. Ik bewaak wel een akoestisch muziekprincipe dat heel dicht bij mensen staat."