Mestvergisting als oplossing voor landbouw- én energietransitie?

Uit deze berekeningen van Wageningen University & Research blijkt dat bij vergisting van verse mest 30 tot zelfs 60% op de uitstoot van ammoniak bespaard kan worden en dat de uitstoot van broeikasgassen met 80% kan worden teruggebracht. "Zeker wanneer na de vergisting ook de stikstof uit het zogeheten digestaat kan worden 'gestript' en die stikstof als vervanging van kunstmest kan worden ingezet, is er veel winst te behalen", zegt onderzoeker Luuk Gollenbeek van WUR.

Vergister operationeel in 2026?

Tjerk Sinnema van de coöperatie is blij met deze wetenschappelijke onderbouwing, maar ziet ook dat een mestvergister er niet zomaar één-twee-drie komt. "We hebben nog het nodige te doen op het gebied van vergunningen en procedures, maar we mikken erop dat in de loop van 2026 de vergister operationeel zou moeten kunnen zijn. De mest van de deelnemende bedrijven wordt dan dagelijks afgevoerd van de melkveehouderijen, het gas dat we eruithalen gaat in het gasnet en het digestaat gaat weer terug naar de boeren , waar het – zonder te stinken! – als mest op het land kan worden gebruikt."

Vanaf 2025 geldt in ons land waarschijnlijk een zogeheten bijmengverplichting. Energiebedrijven moeten dan een steeds groter percentage 'groen gas' bij het aardgas mengen. "Biogas uit koeienmest voldoet daarbij aan de hoogste standaarden", stelt Sinnema.

Mestvergister is een goede oplossing

Toch klinkt er ook kritiek op al dit soort plannen voor mestvergisting. Het zou niet meer dan een excuus zijn om te blijven boeren zoals er altijd al (intensief) wordt geboerd, zonder dat er daadwerkelijk verbeteringen in de verduurzaming van de landbouw worden doorgevoerd.

Melkveehouder Catharinus Bouma, een van de deelnemende boeren in de coöperatie uit Wijnjewoude, is het daar niet mee eens. "We hebben hier een goede oplossing voor een reëel probleem. Bovendien moeten we niet vergeten dat boeren eten produceren in een onzekere tijd. We kunnen het ons nu niet veroorloven om bedrijven op het spel te zetten en hier minder voedsel te gaan produceren", vindt Bouma.