Waddenzee dreigt Werelderfgoedstatus te verliezen: Unesco tikt overheid op de vingers

De Waddenzee is een uniek natuurgebied. Daarom heeft het ooit de Unesco Werelderfgoed status gekregen. "Bij eb komt de zeebodem droog te liggen, en bij vloed is alles weer bedekt. Juist bij eb kunnen heel veel vogels op de zeebodem hun eten vinden", zegt Petersen. Dat maakt de Waddenzee essentieel voor de natuur, niet alleen in Nederland, maar wereldwijd.

Door mijnbouw daalt de bodem, waardoor er minder droogvallende wadplaten beschikbaar komen voor de vogels. Petersen: "De waddenzeebodem verandert door de bodemdaling. Er komt dan meer zand in de Waddenzee. Daardoor is al het voedsel langzaam aan het verdwijnen."

Hoe nu verder?

De Waddenvereniging hoopt dat het volgende kabinet met dit Unesco-rapport beseft dat er beter op de Waddenzee gepast moet worden. Volgens de Waddenvereniging schoot de overheid de afgelopen 14 jaar tekort. "Er zijn ook nog twee internationale mijnbouwbedrijven die op dit moment actief zijn onder de Waddenzee of dat nog willen zijn. Ook zij kunnen met dit Unesco-rapport in hun achterzak zeggen: 'het is genoeg, we stoppen ermee'", aldus Petersen.

De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) kent het rapport van Unesco, zeggen zij in een reactie aan De Nieuws BV: "We zijn bekend met het UNESCO State of Conversation Report en het advies aan de Nederlandse Staat om het Ternaard besluit nog niet te nemen. De NAM staat op het standpunt dat we volledig voldoen aan de eisen die de Mijnbouw wet, de Natuurbeschermingswet en de hand aan de kraan voorwaarden stellen en dit is ook door de Nederlandse overheid in een brief van januari 2022 aan Unesco bevestigd. De vergunningen zijn al sinds 2020 in procedure en is er volgens ons geen reden om het besluit langer uit te stellen."

Energietransitie

Petersen benadrukt het cruciale belang van energietransitie in de bescherming van de Waddenzee. "Je moet beseffen dat fossiele brandstoffen níet meer de bron zijn voor energie." De Waddenvereniging denkt dat er hard geïnvesteerd moet worden in andere energiebronnen en er bovendien zuinig mee moet omgegaan worden.