Vermogensongelijkheid blijft doorgroeien: 'We gaan de verkeerde kant op'
- Nieuws
- Vermogensongelijkheid blijft doorgroeien: 'We gaan de verkeerde kant op'
Het vermogen van ouders is steeds bepalender in hoe kapitaalkrachtig hun kinderen later zijn, blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau. Met name aan de top van de vermogensrangschikking is deze samenhang sterker geworden. "Dan zal je zien dat maatschappelijke verschillen toenemen en we kansen missen gaan als het gaat om ons verdienvermogen", vertelt Pieter Hasekamp, directeur van het CPB, bij Spraakmakers.
Video niet beschikbaar
In het onderzoek van het CPB werd gekeken naar de intergenerationele vermogensmobiliteit, oftewel: hoe hangen posities op de vermogensladders van ouders en kinderen met elkaar samen? En verhoudt zich dat tot hun leeftijdsgenoten met minder vermogende ouders? Op die manier kon het CPB achterhalen in hoeverre de positie van kinderen op de vermogensladder samenhangt met die van hun ouders.
Vermogensrangschikking
Het CPB constateert dat kinderen van vermogende ouders rond hun 40ste gemiddeld zelf ook meer vermogen zijn dan hun leeftijdsgenoten zónder vermogende ouders, die samenhang is het sterkst terug te zien aan de top van de vermogensrangschikking. Bovendien is die samenhang tussen 2006 en 2022 sterker geworden. Het blijkt ook dat die vermogenspositie op directe en indirecte manieren doorgegeven kan worden aan kinderen.
'Verkeerde kant op'
Daarmee gaan we "de verkeerde kant op", stelt Hasekamp. "Je ziet dat het hele leven opbouwen, zoals bij kinderen wiens ouders op de basisschool al bijles kunnen veroorloven, bijvoorbeeld. En daarna bij het eerste baantje, de stages waar ze terechtkomen en het eerste huis dat gekocht wordt, soms doordat ze een jubelton kregen of doordat de hypotheek bij de ouders wordt afgesloten."
Veertigers zijn "inmiddels geland", doordat ze een vaste baan hebben en een (koop)huis, en zijn dus een goed ijkpunt voor het onderzoek, vertelt Hasekamp. "Je kan dan goed vergelijken", ook omdat de ouders vaak nog in leven zijn.
Huizenprijzen
De grootste factor voor de vermogensrangschikking is of iemand wel of geen huis heeft. En tegenwoordig is dat al helemaal zo, omdat de huizenprijzen zo enorm gestegen zijn. Maar Hasekamp plaatst daar wel een kanttekening bij. "Als je ergens woont, kun je het niet direct te gelde maken. Je lijkt dan rijker dan je ouders, omdat je huis drie keer duurder is geworden. De relatieve ontwikkeling zegt meer dan de stijging die we hebben gezien."
Andere factoren
Het is dus een "combinatie van factoren" die meespelen, zoals iemands genen en hoe die zich ook weer uiten in intelligentie en doorzettingsvermogen. "Maar omgevingsfactoren spelen ook een grote rol. Een duwtje in de rug van een decaan, bijvoorbeeld, maar ook voorzieningen. We moeten als maatschappij ervoor zorgen dat kinderen geholpen worden, bijvoorbeeld met bijles en betere stages."
Beleid
Inkomensongelijkheid "werkt op allerlei manieren door", concludeert Hasekamp. "Als samenleving verwerven we steeds meer vermogen. Er zijn een aantal factoren, zoals ondernemingsvermogen, dat kan worden doorgegeven. Zonder nader beleid gaat inkomensongelijkheid dus niet minder worden."
Maatschappelijke verschillen zullen daarom toenemen en kansen gaan gemist worden, stelt Hasekamp. "Ook kinderen van ouders met een lager inkomen kunnen enorm veel bijdragen. Je wil dat die kansen gerealiseerd worden, anders zijn het gemiste kansen."
Mis niets met de nieuwsbrief van Spraakmakers
Spraakmakers maken we mét jou als luisteraar. En om jou zoveel mogelijk bij ons programma te betrekken, versturen we een dagelijkse nieuwsbrief. Hierin vind je de stelling van de dag, de onderwerpen in de uitzending en een interessant artikel dat zeker het lezen waard is. Zo kun je gemakkelijk meepraten en mis je nooit meer iets!