Arib nog steeds niet enthousiast over verhuizing Tweede Kamer

Volgens Knops is bij de doorrekening waar Arib zich op baseert geen rekening gehouden met de gevolgen voor de andere gebouwen die gebruik maken van het Binnenhof (Eerste Kamer, Raad van State en ministerie van Algemene Zaken). Volgens Arib zijn de gebouwen van die gebruikers echter niet te vergelijken met het gebouw van de Tweede Kamer.

Arib: ''De Tweede Kamer is het grootste gebouw, met naast de Kamerleden 1400 medewerkers. Je kunt dat niet vergelijken met bijvoorbeeld de Eerste Kamer. Die gebouwen zijn veel kleiner en kunnen nooit gefaseerd renoveren. Bij ons zijn er veel meer mogelijkheden'', aldus Arib, die erop wijst dat het uiteindelijk aan de Tweede Kamer is om zich te laten overtuigen.

De Kamervoorzitter laakt ook de opstelling van de uitvoerder van het verhuizingsproces, het Rijksvastgoedbedrijf. ''Ik merk dat het Rijksvastgoedbedrijf op dit moment meer de regie heeft dan de kamerbewoners. Dat heeft mij enorm gestoord.''

Onenigheid

Over de kwestie is al een tijd onenigheid: Het kabinet wil dat de Tweede Kamer tijdens de renovatie van de Kamergebouwen tijdelijk verhuist naar het voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken. Dat onderkomen werd voor 161 miljoen euro omgebouwd. Een deel van de Tweede Kamer wil tijdens de renovatie juist in de huidige Kamergebouwen blijven werken. Het bestuur van de Kamer, onder leiding van Arib, deed er onderzoek naar en concludeerde dat een gefaseerde renovatie meer dan 90 miljoen goedkoper is.

De Tweede Kamer praat volgende week over de kwestie. Arib zegt zich wel te schikken naar wat de meerderheid besluit. ''Als de verhuizing doorgaat, ga ik mee. Ik ben een democraat in hart en nieren. Maar het gaat mij erom dat alle mogelijkheden zijn onderzocht en dat parlementsleden hun werk optimaal kunnen uitvoeren.''