'Politie en justitie zoeken grens op in zaak rond martelcontainers'

"Niemand weet wie Piet Costa is", vertelt Meeus. "Maar als je het over martelcontainers hebt, zegt iedereen o ja die." Die containers werden in de zomer van 2020 gevonden in het Noord-Brabantse Wouwse Plantage en werden meteen wereldnieuws.

Centrale speler is dus die Piet Costa, een prominent figuur in de Nederlandse cocaïnemaffia. Hij kreeg op een gegeven moment ruzie in zijn eigen organisatie. Aanleiding: iemand zou een flinke greep in de kas hebben gedaan.

Flink gewicht

Het leidt tot een hoogoplopend conflict, dat verder en verder escaleert. "Uiteindelijk loopt dat zo ver op dat, volgens de politie, Piet en zijn handlangers deze zeven containers in Wouwse Plantage hebben gebouwd."

De zaak heeft flink gewicht, legt de misdaadjournalist uit. Bijvoorbeeld omdat er bewijs is verkregen via zogeheten cryptotelefoons. Bij het verzamelen vond de politie gegevens van in totaal negenduizend Nederlanders.

Niemand zal het zeggen

Mag dat zomaar? Dat is volgens Meeus op dit moment in heel veel zaken een cruciale vraag. "Mag je met negenduizend Nederlandse gebruikers, waarvan je in de meeste gevallen niet weet wie het zijn, en ook niet of ze strafbare feiten gaan plegen, preventief meelezen? Enkel omdat ze een telefoon hebben die ook door criminelen wordt gebruikt?"

Deze zaak laat volgens hem goed zien wat georganiseerde misdaad met ons rechtstelsel doet: politie en justitie zoeken grenzen op. Het is woensdag aan de rechter om de balans op te maken. "Die moet wegen: wat vinden we erger? Dat er 9000 mensen niet altijd helemaal terecht zijn afgeluisterd, of dat er zo’n complex aan containers is gebouwd en dat daar mogelijk mensen worden mishandeld? Niemand zal zeggen: die containers, laat maar gaan."