Plaatsgenoten wilden Van Gogh laten opsluiten
- Nieuws
- Plaatsgenoten wilden Van Gogh laten opsluiten
[EO] Buurtbewoners in de Franse plaats Arles wilden schilder Vincent van Gogh laten opsluiten. Ze stelden een petitie op en stuurden het aan de burgemeester om de Nederlander eind negentiende eeuw achter slot en grendel te krijgen. "Ze beweerden dat hij dronk en vrouwen betastte. Hij is zelfs een keer in verwarring een ander huis binnengelopen", zegt conservator Nienke Bakker van het Van Gogh Museum in Amsterdam.
Vanaf 15 juli is in het museum de tentoonstelling 'De waanzin nabij. Van Gogh en zijn ziekte’ te zien. Daarin staat de vraag centraal aan welke ziekte Vincent van Gogh nu precies leed en wat voor invloed dit had op zijn werk.
De tentoonstelling laat onder meer de petitie zien die de plaatsgenoten opstelden, en de schilderijen en tekeningen die hij in zijn laatste jaren maakte. Vincent van Gogh maakte op 29 juli 1890 een eind aan zijn leven. De revolver waarmee hij dat vermoedelijk deed, is ook te zien in Amsterdam.
Het afgesneden oor, zijn psychische gesteldheid en de omstandigheden van zijn zelfmoord hebben steeds opnieuw tot discussie geleid en in belangrijke mate de mythe rondom Van Gogh bepaald. De tentoonstelling werpt nieuw licht op Van Goghs ziekte en de invloed ervan op zijn werk, aan de hand van schilderijen, tekeningen, brieven en zelden getoonde documenten. Ook de vele diagnoses van zijn ziekte passeren de revue.
Vergiftigen
Bakker: "Van Gogh kwam zelf tot de conclusie dat hij rust nodig had en moest kunnen werken om mentaal enigszins gezond te blijven. In de laatste jaren maakte Van Gogh honderden werken. Als hij in de inrichting in Saint Remy zat mocht hij niet werken. Men pakte daar de schilderspullen van hem af. Hij heeft geprobeerd zich met de verf te vergiftigen. Uit de periodes dat hij wel goed was, probeerde hij hoop te putten. Hij besefte dat hij ook wel veel van zichzelf had gevergd. Werk was voor hem de beste remedie tegen zijn ziekte. Hij vond het vreselijk om de andere patiënten te zien die de hele dag niets deden."
Waanvoorstellingen
Medici discussiëren al sinds de dood van Van Gogh in 1890 over wat hem precies mankeerde. "Artsen dachten destijds dat hij leed aan epilepsie. Na zijn dood hebben anderen zich ook over zijn gesteldheid gebogen. Was hij manisch depressief? Psychotisch? Borderline? Zeker was dat hij soms dagen in de war was, wartaal sprak. Leed aan waanvoorstellingen en ook dingen hoorde. Hij herkende mensen dan niet meer", vertelt Bakker.
De expositie brengt in beeld wat er destijds gebeurd is. Ondanks zijn ziekte werkte hij keihard door. Ook zijn de diagnoses van destijds beschikbaar. De tentoonstelling duurt tot half september, en wordt afgesloten met een expertmeeting waarin allerlei specialisten zich buigen over de gezondheidstoestand van de schilder. Ze proberen daar een algemene conclusie uit te trekken.
Nienke Bakker is woensdag vanaf 20.30 uur te gast in de Sportzomer op NPO Radio 1.