Gemeenten doen maar wat bij aanpak radicalisering
- Nieuws
- Gemeenten doen maar wat bij aanpak radicalisering
Nederlandse gemeenten hebben ruim 20 miljoen gekregen voor de lokale aanpak van radicalisering. Uit een niet openbaar document van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, dat het programma Argos en het Algemeen Dagblad gezamenlijk in handen kregen, blijkt dat gemeenten niet goed weten of hun programma’s wel werken. En de enige twee programma’s waar wel grondig onderzoek naar is gedaan, hebben soms ook averechtse effecten. Het zogenoemde 'versterkingsgeld' gaat naar de 20 gemeenten met de meeste uitreizigers naar Syrië en Irak. Grotere, maar ook kleinere gemeenten zoals Culemborg en Nuenen. Een deel gaat naar de persoonsgerichte aanpak, naar mensen die al geradicaliseerd zijn of dreigen te radicaliseren. Daarnaast gaat een groot deel naar speciale programma’s om nieuwe aanwas te voorkomen. Onder andere naar theatervoorstellingen, weerbaarheidstrainingen, fakenews lessen, maar ook naar cursussen om radicalisering te leren herkennen en signaleren.
Uit een interne rapportage door accountantsbureau Price Waterhouse Coopers blijkt echter dat gemeenten geen idee hebben of hun aanpak wel slaag: "Gemeenten geven aan geen goed zicht te hebben op de effecten van hun aanpak, dan wel op de resultaten van de specifieke activiteiten. Hier is wel behoefte aan. Ze merken op graag te willen weten welke activiteiten in welke situatie effectief zijn: ze zijn op zoek naar wetenschappelijke onderbouwde en erkende interventies."
Argos en het Algemeen Dagblad kregen het document na een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur bij de NCTV (de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid). Ze kregen inzage in alle gemeentelijke aanvragen, beoordelingen en tot nu toe 'vertrouwelijke' voortgangsrapportages van de afgelopen drie jaar.
De NCTV verdeelt het geld over de gemeenten. De pot met geld kwam in 2016 beschikbaar, nadat de Nederlandse bestuurders werden overvallen door een plotse uitstroom van geradicaliseerde jongeren, die zich aansloten bij de jihad in Syrië en Irak. Van slechts twee preventieve programma’s zijn de effecten gemeten door middel van een voor- en een nameting. In 2013 bij de weerbaarheidstraining Diamant door de Universiteit van Amsterdam en in 2017 bij Jihad, de voorstelling door de Vrije Universiteit in Amsterdam. Naast positieve effecten kwamen ook ongewenste neveneffecten naar voren.
Jihad de voorstelling
Meerdere gemeenten sturen in totaal 35.000 middelbare scholieren naar het toneelstuk Jihad, de voorstelling. In dat stuk reizen drie Nederlanders af naar Syrië om te strijden in de jihad, maar dat wordt een desillusie. Onderzoeker Jacomijne Prins: "We vonden ook leerlingen die zich te goed konden inleven in de voorstelling. Zij gaven aan de keuze van de hoofdpersonen om te gaan strijden voor hun geloof te bewonderen." Zo zou de voorstelling volgens wetenschapper Amy Jane Gielen, die promotieonderzoek doet naar de effectiviteit van preventieprogramma's aan de UvA, ook scholieren op ideeën kunnen brengen: "Ook jongeren die helemaal niet bezig waren met radicalisering."
Dat geldt ook voor een ander project waar veel gemeenten gebruik van hebben gemaakt: Diamant. Die weerbaarheidstraining is bedoeld voor jongeren, ze leren er onder meer 'kritisch te denken en om te gaan met intercultureel conflict'. Dat project bestaat al lang. 'En is bewezen effectief', stellen gemeenten. Klopt, zo stelt de wetenschappelijke studie uit 2013. Maar, zegt Gielen, wat ook blijkt: "De deelnemers worden zo gesterkt in hun zelfvertrouwen dat het gevaar van narcisme om de hoek ligt."
In een korte schriftelijke reactie van de NCTV staat: Er is inderdaad behoefte aan meer inzicht in het effect van (met name preventieve) interventies. We ontwikkelen op dit moment methodes om gemeenten hierbij te helpen. Een zogenoemde toolkit met daarin concrete manieren om de interventies op radicalisering te evalueren. Ook een plan-, proces- en effectevaluatie is onderdeel van deze toolkit, die bijna klaar is. Het verplicht evalueren wordt onderdeel van de voorwaarden voor het ontvangen van versterkingsgelden.
Lees hier het artikel in het Algemeen Dagblad