Van XTC-handelaar tot overvaller: Jordi was beroepscrimineel, maar helpt nu anderen uit de criminaliteit

"Ik was jong en naïef", herinnert Jordi zich. Op zijn achttiende zet hij zijn eerste stappen op het criminele pad. "Een vriend en ik waren aan het chillen toen iemand aan ons vroeg of we wat pillen konden regelen. We kenden mensen. In eerste instantie deden we het voor niets. Daarna zouden we er geld voor krijgen."

Telefoons verpatsen

Niet veel later krijgt Jordi een tip om makkelijk geld te verdienen. Hij sluit verschillende telefoonabonnementen af. Een connectie bij de provider belooft de abonnementen vervolgens op te zeggen, zodat de jonge Amsterdammer de bijhorende telefoons kan verpatsen. Het plan loopt in de soep. Jordi krijgt meerdere rekeningen van 1500 euro op de mat.

"Opeens had ik een schuld. Hoe moest ik die gaan betalen?" Opnieuw kiest Jordi voor de drugshandel. Hij investeert in de reizen van vrouwelijke bolletjesslikkers die drugs van Suriname naar Nederland smokkelen. Wederom gaat het fout. Hij blijft opnieuw met schulden achter.

Faliekant mislukt

Via via hoort Jordi dat hij doormiddel van een overval 30.000 euro en waardevolle spullen kan bemachtigen. Ook deze criminele missie mislukt faliekant. De tipgever eist echter wel zijn deel, een bedrag van 6.000 euro.

Jordi wordt stelselmatig bedreigd. Niet veel later sleuren meerdere mannen hem een auto in. In het Amsterdams bos wordt hij ondergegoten met benzine. "Ik dacht: het is afgelopen. Ze lieten me alleen gaan als ik geld voor ze zou regelen", vertelt hij.

Egoïstisch

Jordi pleegt in een maand maar liefst zeven overvallen. Het dieptepunt is een woningoverval. Op dat moment zijn een vader en zoon in het huis aanwezig. "Er zou een ton liggen. Je belt aan, iemand doet open en je trekt je vuurwapen. Waar is de kluis? Je ziet de stress in iemands ogen. Op zo'n moment ben je egoïstisch en denk je alleen maar aan het geld. Met iets anders ben je niet bezig. Er bleek niets te zijn."

Niet veel later wordt Jordi opgepakt. In de rechtszaal staat hij oog in oog met zijn slachtoffers. "De vader heeft gesproken. Apart genoeg ondersteunde hij mijn moeder. 'Jouw zoon is geen slecht mens', zei hij."

Persoonlijk gesprek

Tijdens zijn detentie gaat Jordi in gesprek met de slachtoffers. "Ik wilde laten zien dat het niet persoonlijk was, ik kende ze immers niet. Ik wilde laten zien dat ik meer ben dan mijn daden, er zit een mens achter. Dit is wie ik ben en in deze situatie zat ik. Ook wilde ik weten hoe het voor hen was. De zoon begon het helemaal te herleven. Dat vond ik heel erg. Dit heb ik hem aangedaan, dacht ik."

Het gesprek eindigt bijzonder. Een slachtoffer, een rijinstructeur, geeft Jordi een boek voor zijn theorie-examen. "Ze wilden ook mijn rijbewijs vergoeden. Ze gunden me een goed leven, buiten de criminaliteit. Tijdens de detentie heb ik tegen mezelf gezegd: dit pad wil ik niet meer bewandelen."