Verzetsheld Henriëtte Pimentel krijgt postuum onderscheiding

De onderscheiding wordt uitgereikt in het Verzetsmuseum in Amsterdam, door de internationale organisatie B'nai B'rith. Bij de uitreiking zijn familieleden en enkele crèchekinderen aanwezig.

Pimentel heeft in een korte tijd vijfhonderd tot achthonderd kinderen gered, vertelt Esther Shaya, co-auteur van een biografie over de vrouw, in Met het Oog op Morgen. De crèche van Pimentel stond tegenover de Hollandsche Schouwburg, waar Joodse families moesten wachten op hun transport. De kinderen van de families moesten in de crèche verblijven.

Wegsmokkelen

Om deze kinderen weg te smokkelen was toestemming van de ouders nodig. Vervolgens werden ze uit de administratie verwijderd en aan het verzet meegegeven, vertelt Shaya.

"Grotere kinderen konden samen met een verzetsmedewerker langs een rijdende tram rennen", zegt Shaya. "Bij de Schouwburg stonden Duitsers, maar bij de crèche niet. Dus als een tram kwam langsrijden, waren ze even uit het zicht." Kleine kinderen werden uit de crèche gesmokkeld in een tas, mand of doos.

De directeur van de naastgelegen Hervormde Kweekschool van Amsterdam, Johan van Hulst, bedacht samen met Pimentel de verzetsplannen. "Je wist dat ze weggevoerd werden naar de dood als je het niet deed", zei hij eerder tegen de NOS.

Pimentel werd na negen maanden verzetswerk opgepakt. In 1943 ontruimden de Duitsers de crèche, waarna de directeur naar Westerbork werd gebracht. Later werd Pimentel getransporteerd naar Auschwitz, waar ze na twee maanden werd vermoord.

Van bijfiguur naar hoofdrol

Ze had als vrouw een belangrijke rol in deze verzetsoperatie, zegt Shaya. "Er is altijd veel aandacht voor de mannen in het verzet. Daarom is deze onderscheiding belangrijk. In al die verhalen over mannen was ze een bijfiguur, en nu krijgt ze de hoofdrol."