De strijd om zelfdodingspoeder te laten verbieden

De man is gisteren in zijn woning aangehouden voor hulp bij zelfdoding aan een onbekend aantal mensen. Ook wordt hij verdacht van overtreding van de Geneesmiddelenwet en van witwassen. Volgens het Openbaar Ministerie loopt het onderzoek naar de man al langere tijd. Meerdere mensen zouden zijn overleden doordat zij een dodelijk middel hadden ingenomen dat door de verdachte was verstrekt. Het OM zegt dat verder onderzoek moet uitwijzen om hoeveel mensen het gaat. Onder hen zouden ook jongeren zijn, maar het Openbaar Ministerie wil daar geen mededelingen over doen.

Opeenstapeling

"De overgang van kindertijd naar het volwassen leven is, helemaal in de coronaperiode een hele moeilijke tijd. Jongeren komen in een dip terecht. De meeste jongeren komen er wel weer uit, maar sommigen ook niet." De redenen voor jongeren om een suïcidepoging te ondernemen, lopen erg uiteen, vertelt De Wilde. "Het is vaak een opeenstapeling van dingen die in de omgeving mis gaan, gecombineerd met slechte gedachten over jezelf, je toekomst, vrienden of je omgeving. Langzamerhand loopt zo'n emmer vol, kan die overstromen."

De zelfdodingspoeders worden onder jongeren niet veel gebruikt, maar de beschikbaarheid van het middel zorgt ervoor dat het vaker of minder vaak gebruikt wordt, zegt De Wilde. "De poeders zijn moeilijk te krijgen, maar de beschikbaarheid daarvan maakt het ook makkelijker om de stap te ondernemen."

Strijd voor verbod

Drie jaar geleden maakte Ximena Knol op negentien jarige leeftijd een einde aan haar leven met een zelfdodingspoeder, dat zij bestelde op het internet. Haar vader Randy Knol strijdt al drie jaar voor een verbod van deze middelen. "Eind maart 2018 hebben wij een afspraak gemaakt om deze middelen niet meer aan particulieren te verstrekken. Op dit moment wordt er gevraagd om het niet te verbieden, maar het staat nergens in de wet."

"Door het te verbieden is het niet meteen weg, maar het maakt het wel een stuk moeilijker." Knol pleit voor betere preventie, voordat het te laat is. "Het is een klein zaadje, dat heeft iedereen bij zich heeft. Je moet zorgen dat dat niet gaat ontkiemen en al helemaal niet gaat woekeren. Vanaf de pubertijd begint moet je jongeren weerbaar maken tegen negatieve gedachten." Erik Jan de Wilde van het Jongereninstituut sluit zich daarbij aan: "Jongeren moeten zelfwaardering opbouwen. Voordat hulpverlening aan de orde is kun je al aan preventie doen."