Zo valt de Nederlandse zwembadcultuur te typeren
- Nieuws
- Zo valt de Nederlandse zwembadcultuur te typeren
De Nederlandse zwembaden doen dankzij de hete zomer goede zaken, maar dat geldt niet het hele jaar. Voor veel zwembaden is het moeilijk om het hoofd boven water te houden vanwege de hoge exploitatiekosten. Reden voor Met het Oog op Morgen om met fotograaf Henk Sloos de Nederlandse zwembadcultuur in te duiken. Hij bezocht ruim 120 baden voor zijn expositie Zwemmen in Europa.
Video niet beschikbaar
Sloos heeft in zijn leven de Nederlandse zwembaden enorm zien veranderen. "Het klassieke natuurbad is nu grotendeels overdekt en de architectuur van de horeca is dikwijls overgenomen door Ola." De cafetaria's kleuren rood, wit en blauw, met bijbehorende parasols en prullenbakken van het ijsjesmerk. Daarnaast is de hoge springplank vaak ingeruild voor een glijbaan.
Zwembad Het Zwet in Wormer. Foto: Henk Sloos
Vooral de springplank mist de fotograaf. Het aftroeven van elkaar, zover mogelijk op het randje staan en uiteindelijk de magische plons in het diepe. "De jongens onderscheidden zich van de meisjes op de springplank. Nu is er wel sprake van enige vertrutting."
Het 'subtropische zwemparadijs' was er voor de gewone man, die dure vakanties naar Spanje niet kon betalen.
De Nederlandse zwembaden veranderden in de jaren 70 in halve pretparken. De 'subtropische zwemparadijzen' deden hun entree, met warmer water, wildwaterbanen en een golfslagbad. "Het werd vaak betaald met de opbrengsten van de Nederlandse aardgasbaten", vertelt Sloos. "En datzelfde aardgas zorgde ook voor de aangename temperatuur in die paradijzen."
De paradijzen richtten zich op de gewone man, die dure vakanties naar zonnige oorden in Zuid-Europa niet kon betalen. "Maar die zonvakanties werden snel goedkoper, waardoor de zwembaden het moeilijk kregen." Onder meer het bekende zwembad Tropicana in Rotterdam moest haar deuren sluiten.
Zwembad De Put in Rijswijk. Foto: Henk Sloos
Europese zwembadcultuur
De Nederlandse zwembadcultuur zit volgens Sloos tussen de Duitse en Angelsaksische cultuur in. "Waar ze in Duitsland dol zijn op enorme springplanken van tien meter hoog waar de jeugd met zwemles vanaf wordt gejast, zijn ze in Engeland juist heel voorzichtig." Het gevolg: alles wat riskant is of waar je over kunt uitglijden wordt verwijderd. "En daarmee verdwijnt ook de lol. Bij een glijbaan van een meter hoog staat een gebodsbord met 14 regels."
De Nederlandse zwembaden zijn volgens Sloos de middenweg. "Neem het Sloterparkbad. Daar is een hoge springtoren, maar je moet tegenwoordig lid worden van een vereniging om vervolgens onder begeleiding er van af te springen."
Getijdenbad Faro Bajamar. Foto: Henk Sloos.
Kansen voor zwembaden
Tegenwoordig zijn er volgens Sloos vooral 'doelgroepbaden', van gezinsbaden met veel glijbanen of zwembaden die zich richten op bijvoorbeeld waterpolo. Dankzij de hoge exploitatiekosten, mede omdat er door regelgeving meer badmeesters nodig zijn dan vroeger, hebben veel gemeenten het moeilijk de baden overeind te houden.
Strandbad Bajamar op Tenerife. Foto: Henk Sloos.
Toch heeft de fotograaf goede hoop voor de toekomst van Nederlandse zwembaden. "De kans op blessures is miniem bij zwemmen, dus veel mensen die voorheen hardliepen kunnen nu in het zwembad terecht." De vergrijzing biedt dus kansen, denkt Sloos. "Gooi alleen nog die Ola-tent eruit en schenk daar voor in de plaats een kop goede koffie."
De expositie Zwemmen in Europa is nog tot en met 9 september te bezoeken in het ABC Architectuurcentrum in Haarlem.
De charme van het Nederlandse zwembad