90% boeren last van negatieve beeldvorming: 'Media zijn te snel en ongenuanceerd'
- Nieuws
- 90% boeren last van negatieve beeldvorming: 'Media zijn te snel en ongenuanceerd'
Boeren krijgen altijd de schuld in de media en ontvangen nauwelijks waardering van de consument. Dat vindt 90 procent van de boeren die deelnemen aan het grootschalige opinieonderzoek van Trouw. Naar aanleiding hiervan trapt Spraakmakers het Nationaal Landbouwdebat af met een speciale uitzending waarin de boeren het woord krijgen.
Video niet beschikbaar
De stem van de boer
Het agrarisch bedrijf haalde de afgelopen jaren regelmatig het nieuws. En vaak in negatieve zin: de fipronil-eieren, het gesjoemel met mest en het melkquotum. "Je ziet na zo'n incident dat bepaalde groepen reageren", aldus Hans Marijnissen, redacteur van Trouw. "De politiek heeft zijn woordje klaar, de groene maatschappelijke organisaties hebben hun persberichten al klaar en de boerenorganisaties praten mee. Maar de boer ontbreekt in het debat."
'We worden neergezet als criminelen'
90 procent van de boeren geeft specifiek aan last te hebben van negatieve beeldvorming in de media. "De manier waarop politici en burgers aankijken tegen boeren is nogal triest", schrijft één van de boeren aan Trouw. "We worden neergezet als criminelen of dierenmishandelaars, terwijl we voor het eten zorgen."
Ook in het debat bij Spraakmakers komt de negatieve beeldvorming van boeren aan de orde. Alma den Hertog, melkveehouder: "We lopen van het ene issue in het andere. De berichtgeving in de media is heel snel en nuancering ontbreekt. Er gebeurt óók veel goeds en er worden enorme stappen gezet in de agrarische sector. Maar dat is geen nieuws omdat het geen issue is."
Vooroordelen
Volgens pluimveehouder Johan Leenders ligt de verantwoordelijkheid voor de beeldvorming meer bij de boeren. "We moeten er zelf scherp op zijn om de juiste beelden naar buiten te brengen. Wie kan het verhaal nou beter vertellen dan de boeren zelf?"
Zo informeert Johan mensen door rondleidingen te geven van zijn bedrijf. "Er zijn nog heel veel vooroordelen over bijvoorbeeld antibiotica en hormonen", vertelt hij. "Die basale kennis is er niet is en daarom is het goed om dat te laten zien. Als ik de beelden van mijn kippen laat zien, zijn mensen vaak positief verrast. Dat kan ik iedereen aanraden."
Twitterende boer
Ook akkerbouwer Harry Schreuder vindt dat er een taak ligt bij de boeren om negatieve beeldvorming tegen te gaan. Hij is actief op Twitter met zijn account @harrysfarm. "Ik ben in de jaren ’90 begonnen met mijn eigen website en kreeg veel positieve reacties", vertelt Harry. "Het is stiekem steeds verder uitgebreid en inmiddels heb ik 4.000 volgers op Twitter. Een positief beeld laten zien van wat ik doe in mijn bedrijf; dat vind ik belangrijk."
'Q-koorts is weg, maar we hebben er nog steeds last van'
Volgens geitenhouder Jos Tolboom is het vooral belangrijk dat boeren het nut van hun werk laten zien. Dan kunnen mensen dat afwegen tegen de negatieve berichtgeving. "De Q-koorts is technisch gezien weg binnen de geitensector, maar we hebben er nog steeds last van dat het ons is overkomen. Die beeldvorming staat onze sector in de weg." Onlangs is er bijvoorbeeld een rapport verschenen waarin wordt aangetoond dat mensen die in de omgeving wonen van een geitenhouderij meer kans hebben op gezondheidsproblemen.
"Ik woon zelf bij de A1 die verbreed wordt en dat is ook slecht voor je gezondheid", vertelt Jos. "Maar iedereen ziet het nut in van die verbreding. En dat is iets wat we in onze sector missen: dat we het nut kunnen laten zien. Het nut van wat wij doen in de veehouderij is dat we tien biljard kilo aan restproducten tot veevoer verwerken per jaar. Maar als we dat zelf niet vertellen, doet een ander dat ook niet."
Herwaardering van de boer
De Nederlandse boer is trots, maar hij voelt zich ondergewaardeerd door de burger. "Voedsel moet de trots zijn van boer én burger", schrijft Trouw. Yvon Jaspers is het daarmee eens. "We hebben de misvatting dat boeren de schuld zijn van problemen als milieuverontreiniging en dierenleed. Maar dat is de schuld van óns: wij staan in de supermarkt en kiezen het goedkoopste vlees. We moeten ons eten herwaarderen; als je weet welk verhaal eraan vooraf is gegaan voordat het eten op je bord ligt heb je daar echt meer voor over."