Abdelkader Benali: 'Wat wil de supporter?'
- Nieuws
- Abdelkader Benali: 'Wat wil de supporter?'
Het wereldkampioenschap voetbal is vooral leuk voor mensen die niets van voetbal afweten, voor mij dus. De algemene teneur onder sportjournalisten is dat er op het wereldkampioenschap niet het beste voetbal wordt gespeeld. De meeste landenteams zouden moeite hebben om mee te kunnen komen in de top van de eredivisie. Maar dat maakt ons, supporters, allemaal niks uit.
We zijn hier voor de beleving. De spanning. Het toeleven naar dat grootste moment waarin het land waar jij achter staat de aandacht op zich gevestigd heeft. Marokko is na twintig jaar terug en dat willen we weten ook!
De supporters zijn de echte vertegenwoordigers van hun land en ze zijn schaamteloos. De Mexicanen dossen zich uit als cliche's van Mexicanen met hun sombrero's en de Colombianen dansen de salsa en de Argentijnse mannen hangen de macho uit. De Polen zijn op de BOB na allemaal stomdronken. Het mag, het moet.
Mocht er een wereldkampioenschap supporten worden georganiseerd dan halen de Iraniërs minimaal de finale.
Marokko had de pech op het veld een taaie tegenstander te treffen, de Marokkaanse supporters, daarentegen, hadden het geluk met de Iraanse supporters op te trekken. In de hotels en op straat mengden ze zich met elkaar, schudden handen en werd er omhelsd. "Moge de best winnen," en meer van dat soort aanmoedigingen die niemand echt meent. In het vliegtuig sprak ik een aantal Iraanse-Amerikanen. Ze waren van ver gekomen. Mocht er een wereldkampioenschap supporten worden georganiseerd dan halen de Iraniërs minimaal de finale.
De Iraniërs zongen en floten alsof ze al wereldkampioen waren geworden. Ze leken door hun luidruchtige aanwezigheid ook veel groter in getal te zijn dan de Marokkanen. In het stadion bleken echter veel meer Marokkaanse supporters te zitten. Mooi staaltje supportersmanipulatie. Dat deden die Iraniërs goed, de sportieve oorlogsvoering is ook de tegenpartij doen geloven dat je met veel meer bent dan de rest. Iran heeft meerdere WK's gespeeld de afgelopen tien jaar, ze weten wat het is.
Ik loop naar het Rode Plein waar de Marokkaanse supporters een strijdlied tegen de Portugezen aan het voorbereiden zijn.
De Marokkaanse supporters waar ik me tussen begaf leken nog te moeten wennen aan de status van mondiaal voetballand. Twintig jaar afwezigheid maak je niet met een beetje rood op de wangen goed. Je moet het oefenen. In de metro hief een groepje Marokkaanse supporters een lied aan waarna het stil viel. Wie nam de leiding? Waar ging dat lied eigenlijk over? Waarom werd het gezongen?
Het Marokkaanse elftal dat een paar uur later een fletse vertoning tegen Iran zou neerzetten leek die ingetogenheid met de Marokkaanse supporters te delen. We moeten wennen aan deze nieuwe, bevoorrechte positie. Een Marokkaanse voetbaljournalist vertelde me dat de Marokkaanse voetballers diep onder de indruk waren van het gigantische stadion. Wij supporters waren daar weer van onder de indruk.
De hoop is dat alles toch nog goed komt. Marokko rolt die Portugezen op, Ronaldo heeft z'n dag niet en als ie z'n dag wel heeft haalt ie de avond niet.
Vraag het niet de sportjournalisten. Die zijn onverbiddelijk. Maar ik luister niet naar ze. Ik loop naar het Rode Plein waar de Marokkaanse supporters een strijdlied tegen de Portugezen aan het voorbereiden zijn. Op deze plek mogen we ons aspirant-wereldkampioen wanen. Op deze plek geen kritische pottenkijkers. Op deze plek alleen maar warmte, passie en hoop. De energie die door de massa kolkt tilt het bewustzijn naar een onoverwinnelijk niveau. Wij kunnen de wereld aan, we lusten ze rauw!
Hij ademt het verlangen uit dat elke prestatie wordt gevolg door een beter. En wanneer die droom wordt doorgeprikt, kan het spel weer van voor af aan beginnen.