Waren Rembrandt en Vermeer briljante chemici?
- Nieuws
- Waren Rembrandt en Vermeer briljante chemici?
Heb je er ooit bij stilgestaan hoeveel er gebeurt onder de verf van een schilderij? In de verf spelen zich allerlei chemische processen af. Schilders als Rembrandt en Vermeer hadden die processen al opmerkelijk goed in de vingers.
Als je heel erg inzoomt op de Nachtwacht van Rembrandt, zie je op een duim allerlei zwarte puntjes zitten. Die heeft Rembrandt niet zelf aangebracht. Die zijn ontstaan door chemische reacties in het schilderij.
Die chemische reacties in schilderijen zijn het specialisme van Joen Hermans, scheikundige aan de Universiteit van Amsterdam en afgelopen nacht te gast bij Focus. Een uitzonderlijk specialisme, maar voor Hermans niet zo’n grote stap: “Er zitten nogal wat kunstenaars in mijn familie”.
Hij legt uit hoe schilderijen in de loop der eeuwen langzaam veranderen door chemische processen. De Rembrandt die je nu in het museum ziet hangen, ziet er daardoor niet meer hetzelfde uit als 400 jaar geleden, op het moment van schilderen. Kleuren vervagen, er ontstaan scheurtjes in de verf en er kan zelfs verf afbladderen.
Een van de zaken die Hermans fascineert, is hoe geraffineerd schilders en pigmentmakers eeuwen geleden al gebruik maakten van die chemische processen, terwijl hun scheikundige kennis nihil was: ze hadden geen enkel besef van de atomen en moleculen die zorgen voor die chemische reacties. Zo maakten ze bijvoorbeeld wit pigment door lood in azijn te zetten, en vervolgens samen te brengen met paardenmest. Zo kreeg je een mooi wit poeder.
De schilders lijken de mogelijkheden van chemische processen behoorlijk goed onder controle te hebben gehad. Soms maalden ze het witte poeder bijvoorbeeld nog fijner, samen met azijn, om een nog helderder wit te krijgen, dat soms een beetje een blauwige gloed had. Vermeer gebruikte dit wit op zijn beroemde Meisje met de parel.
Ook het droogproces manipuleerden ze op allerlei manieren. Scheikundigen snappen zelfs tegenwoordig nog niet hoe dat droogproces precies verloopt, maar schilders beïnvloedden het bijvoorbeeld door de olie te verhitten, of door het schilderij een tijdje in de zon te zetten.
Olieverf wordt naar verloop van tijd vaak een beetje zuur. Sommige pigmenten kunnen daar niet goed tegen, en gaan dan met de olie reageren, waardoor zogenoemde metaalzepen ontstaan. Vaak blijven die onzichtbaar onder het oppervlak van een schilderij zitten, maar soms breken ze er doorheen en worden ze zichtbaar als kleine witte puntjes. Wil je weten hoe dat eruit ziet? Kijk dan maar eens goed naar de daken van de huizen op het Gezicht op Delft van Vermeer.