Je hersenen te slim af met neurofeedback
- Nieuws
- Je hersenen te slim af met neurofeedback
[NTR] Stel: je bent bang voor spinnen. Je wordt in een fMRI-scanner gelegd en moet wat testjes doen om je hersenactiviteit te beïnvloeden. Als je uit de scanner komt, ben je minder bang dan eerst. Klinkt vreemd? Dit is hoe neurofeedback werkt – in minder acute vorm. Wetenschappers uit de Verenigde Staten en Japan hebben een verbeterde manier van neurofeedback gebruikt om de voorkeur voor gezichten te veranderen. Ze hopen hiermee stappen te zetten richting een klinische behandelmethode met deze vorm van neurofeedback.
Neurofeedback is een techniek waarbij de proefpersoon zijn eigen hersenactiviteit te zien krijgt. In het onderzoek gebeurt dit met behulp van een functional magnetic resonance imaging ofwel fMRI-scanner. Dit is een moderne methode om hersenactiviteit te meten door middel van het detecteren van veranderingen in bloedstromen. De patiënt krijgt bij neurofeedback die activiteit ook op een scherm te zien, waarna ze moeten proberen dit te beïnvloeden. Vaak wordt dit gedaan in de vorm van een spelletje, zoals een raceauto die moet winnen van andere auto’s. De onderzoekers vragen dan aan de patiënt hun activiteit hoger of lager te ‘denken.’
Gedrag veranderen met je gedachten
Dat klinkt abstract. Wat precies gebeurt, is dat wordt gewerkt met een beloningssysteem. Bij de ‘goede’ hersenactiviteit gaat bijvoorbeeld de raceauto sneller, waardoor deze wint. Bij ‘verkeerde’ hersenactiviteit winnen de andere auto’s juist. Dit laat een positieve associatie achter voor het vertonen van de goede soort activiteit. Het idee erachter is dat hersenactiviteit zorgt voor een bepaald gedrag of emotie. Als je de activiteit kunt beïnvloeden, kun je dus ook dat gedrag of die emotie beïnvloeden. Neurofeedback gebaseerd op EEG-signalen wordt al veel langer gebruikt voor bijvoorbeeld ADHD of chronische pijn, maar is omstreden omdat de effecten niet voldoende zijn bewezen. Het wordt in Nederland dan ook niet in het basispakket vergoed.
Verfijnde techniek
De onderzoeksgroep van de Amerikaanse Brown University heeft een paar jaar geleden een verfijning op de techniek geïntroduceerd, die neurofeedback gevoeliger zou moeten maken voor veranderingen in de hersenactiviteit. Deze verfijning noemden ze DecNef, van decoded neurofeedback. Het verschil met de algemene techniek is klein, maar wel relevant, aldus hersenonderzoeker Michelle Moerel van Maastricht University.
Waar normale neurofeedback slechts een klein stukje van de hersenen bekijkt, vergelijkt DecNef juist meerdere stukjes van de hersenen met elkaar, door verschillen tussen activatie-patronen in die hersendelen te vergelijken. Hierdoor vallen verschillen die in dat ene stukje niet zichtbaar zijn, misschien wel op.
Geen super-effect, wel nuttig
Tijdens het onderzoek moesten de deelnemers eerst gezichten beoordelen, zodat de wetenschappers konden analyseren welke patronen hoorden bij positieve, neutrale en negatieve waarderingen. Vervolgens kregen deelnemers de opdracht een groene discus, die hun hersenactiviteit voorstelde, groter te ‘denken.’ Als dit lukte, kregen ze daar een geldbeloning voor. Deze inspanningen leidden naderhand tot nieuwe waarderingen voor de eerder als neutraal beoordeelde gezichten.
Hoewel dit specifieke onderzoek niet direct vertaald kan worden naar de medische praktijk, is het wel een nieuw stukje bewijs voor het nut van neurofeedback. En volgens Moerel zijn er meer mogelijkheden. "Is het niet op de behandeltafel, dan wel in het neuro-onderzoek zelf. Deze techniek is heel geschikt om causale verbanden tussen hersengebieden en effecten aan te tonen. Waar we normaal alleen correlatie kunnen laten zien, kan je spreken van een causaal verband als het veranderen van fMRI-activiteit daadwerkelijk tot ander gedrag leidt."
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.