Wetenschap & Techniek
NOS

Nederland heeft antibioticaresistentie onder controle

foto: ANPfoto: ANP
  1. Nieuwschevron right
  2. Nederland heeft antibioticaresistentie onder controle

Resistente antibiotica vormen wereldwijd een steeds groter probleem, maar Nederland heeft zijn zaakjes wat dat betreft goed onder controle. Als mensen hier infecties oplopen door resistente bacteriën is het sterftecijfer niet hoger dan bij infecties die nog wel te bestrijden zijn met antibiotica. Dat blijkt uit onderzoek waarop medisch microbioloog Wouter Rottier vandaag in Utrecht promoveert.

Geen extra sterfte door resistentie van antibiotica

Samen met de Scandinavische landen heeft Nederland al jaren een voorbeeldfunctie voor beleid op het gebied van antibioticagebruik en antibioticaresistentie. Er wordt in ons land verhoudingsgewijs weinig antibiotica voorgeschreven door artsen. Recht evenredig daaraan is de omvang van de antibioticaresistentie hier ook relatief beperkt.

Bij veel gebruik van antibiotica kunnen bacteriën er namelijk ongevoelig voor worden. Dat leidt ertoe dat de antibiotica niet meer werken, oftewel antibioticaresistentie.

Strikt beleid

Om te voorkomen dat die antibioticaresistentie een groter probleem wordt, wordt in Nederland een heel strikt beleid gevoerd. Patiënten die naar Nederlandse ziekenhuizen komen, worden daar vóór opname ondervraagd over eventuele bezoeken aan buitenlandse zorginstellingen. Als die er geweest zijn, worden die patiënten in eerste instantie in isolatie opgenomen, tot blijkt dat ze geen resistente bacteriën of vervelende virussen bij zich hebben. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor varkens- en kippenboeren en hun familieleden.

Dat er hier relatief weinig mensen sterven door resistente bacteriën komt dus doordat ze hier ook minder voorkomen. Daarnaast was er tot nu toe voor elke patiënt met een infectie door een resistente bacterie nog een werkzaam antibioticum beschikbaar.

Veel specialisten

Ook speelt mee dat Nederland, ook in verhouding tot een rijk land als Duitsland, veel medisch microbiologen en infectiologen heeft. Die zijn gespecialiseerd in het behandelen van infectieziekten, waardoor de behandelingen beter zijn.

Patiënten met een infectie door een resistente bacterie liggen wel langer in het ziekenhuis, omdat er gezocht moet worden naar het juiste antibioticum voor hun behandeling. Dat lukt in Nederlandse ziekenhuizen in de meeste gevallen relatief snel, dankzij die vele medisch microbiologen en infectiologen.

Een kleine minderheid van het totaal aantal infecties dat optreedt wordt overigens veroorzaakt door resistente bacteriën, mede omdat het in Nederland dus goed lukt om de verspreiding van zulke bacteriën beperkt te houden.

Juiste antibiotica

Wel duurt het bij infecties door resistente bacteriën langer voor de juiste antibiotica ingezet worden. Het kost een paar dagen vóór via een bacteriële kweek vastgesteld kan worden welke bacterie een infectie veroorzaakt of die bacterie wel of niet gevoelig is voor de werking van bepaalde antibiotica. Pas dan kan het juiste antibioticum ingezet worden om die specifieke infectie te bestrijden.

Maar als een patiënt met een ernstige infectie bij een arts komt zal die meteen beginnen te behandelen met een middel dat hij kiest op basis van het ziektebeeld en zijn ervaring, het zogeheten empirisch behandelen. Vaak kiezen artsen dan voor zogeheten breedspectrum antibiotica die veel ziekteverwekkende bacteriën bestrijden, maar ook veel nuttige bacteriën doden en vaak ook meer bijwerkingen hebben. Bovendien dragen ze meer bij aan het ontstaan van antibioticaresistentie dan smal spectrum antibiotica die heel gericht werken tegen één bepaalde categorie ziekteverwekkers.

Bij empririsch behandelen worden ook vaker dan nodig reservemiddelen ingezet, in veel gevallen carbepenem-antibiotica. Rottier wil dat artsen meer factoren meewegen om te bepalen welk antibioticum een patiënt met een ernstige infectie moet krijgen. Dat zou volgens hem het aantal keren dat onterecht een reservemiddel wordt ingezet terugdringen.

Streng beleid

Rottier werpt in zijn proefschrift ook de vraag op of het Nederlandse beleid op onderdelen niet te streng is. Veel Nederlandse ziekenhuizen hebben de laatste jaren te maken gehad met vaak grote uitbraken van VRE (vancomycine resistente enterokokken).

VRE richt relatief weinig schade aan in patiënten, maar het is heel moeilijk om de bacterie weg te krijgen uit een ziekenhuis waar die eenmaal voorkomt. Dat gaat gepaard met omvangrijke schoonmaakoperaties, sluiting van afdelingen en veel geld. Omdat VRE op de lijst van Bijzonder Resistente Micro-Organismen (BRMO) staat, is bestrijding ervan op deze manier verplicht.

Rottier is niet de eerste die de vraag opwerpt of hier de kosten opwegen tegen de baten. Met de kanttekening dat het voorkomen van VRE in ziekenhuizen vaak iets zegt over onvoldoende hygiëne. En de meer algemene opmerking dat ook voor VRE geldt dat bacteriën zich wereldwijd voortdurend aanpassen en dat daardoor gemakkelijk nieuwe problemen ontstaan. Misschien is het strikte VRE-beleid dus toch wel goed.

Ster advertentie
Ster advertentie