Werd de mens intelligent(er) door hulpeloos kroost?
- Nieuws
- Werd de mens intelligent(er) door hulpeloos kroost?
[NTR] Heeft de mens zijn intelligentie te danken aan kwetsbare baby’s? Het klinkt misschien onwaarschijnlijk, maar het verzorgen van onze hulpeloze nakomelingen lijkt er inderdaad iets mee te maken te hebben.
Het menselijk vernuft bracht ons de relativiteitstheorie, de smartphone en de Mattheus Passie. Stuk voor stuk voorbeelden van hoe ver de mens het heeft geschopt in de wetenschap, technologie en kunst. Maar hoe heeft de menselijke intelligentie zich zo sterk kunnen ontwikkelen? Daarvoor bestaan meerdere, in elkaar grijpende verklaringen, waaronder de ontwikkeling van taal en veranderingen in dieet en groepsgrootte. Amerikaanse wetenschappers beweren nu in PNAS dat de verzorging van ons kroost een aanvullende verklaring kan vormen.
Mensenbaby’s zijn in vergelijking tot kinderen van andere soorten uitzonderlijk kwetsbaar als ze worden geboren. Veel zoogdieren kunnen bijvoorbeeld al direct na hun geboorte staan en lopen, en hebben vaak al een vachtje dat ze warm houdt. Een mensenkind kan zichzelf niet warmhouden of verplaatsen, en is dus totaal afhankelijk van zijn moeder en verdere familie.
Groot hoofd
De reden voor die kwetsbaarheid: ze komen al relatief vroeg in hun ontwikkeling ter wereld. Anders is hun hoofd namelijk te groot om nog door het geboortekanaal te passen, zodat de kans op overlijden groot wordt. Dat is geen foutje van de evolutie. In dat hoofd zitten namelijk de hersenen, en grotere hersenen en de bijbehorende intelligentie bieden later in het leven weer allerlei overlevingsvoordelen. De evolutie selecteerde dus op een groot brein.
Gezien de kwetsbaarheid in de eerste maanden mag je verwachten dat de kinderen van slimme ouders - die opmerkzaam waren op de gezondheid van hun kind en een groot probleemoplossend vermogen hadden - een grotere kans op overleven hadden. Als dat inderdaad zo is, krijg je een zichzelf versterkend effect: de kinderen van slimme ouders, die zelf gemiddeld ook iets intelligenter zullen zijn, worden vaker volwassen en krijgen dus ook vaker nageslacht. Die kinderen zullen gemiddeld weer iets grotere hoofden hebben, zodat ze weer iets eerder geboren moeten worden. En dan hebben ze weer slimme ouders nodig die ze goed beschermen. (Geen misverstand: een groter brein betekent niet per definitie een grotere intelligentie, zeker niet op individueel niveau. Maar het lijkt wel zo te zijn dat een groter brein gemiddeld een grotere kans op een hogere intelligentie geeft.)
Gecheckt bij de apen
Goed, tot zover de theorie. Klopt die ook? Dat zochten de wetenschappers uit door 23 apensoorten onder de loep te nemen. Ze keken daarbij naar het verband tussen hoe lang de kleine aapjes werden gezoogd – wat een indicatie is voor hun kwetsbaarheid direct na de geboorte – en de gemiddelde intelligentie van de soort. En daarbij bleek: hoe kwetsbaarder de nakomelingen, hoe hoger de intelligentie van de soort.
Dat spreekt niet alleen in het voordeel van de theorie, het biedt mogelijk ook een verklaring voor het feit dat intelligentie van het niveau van de mens zich in zoogdieren heeft ontwikkeld, en niet in andere soorten. Die hoefden immers niet al hun geslepenheid aan te wenden om hun kroost in leven te houden.
Runaway Brain
Trek nu niet onmiddellijk te conclusie dat we menselijke beschaving te danken hebben onze kwetsbare baby’s. Er zijn veel meer, en waarschijnlijk belangrijker redenen dat de mens zo slim kon worden. De onderzoekers zelf zien hun theorie eerder als een aanvulling op andere verklaringen. Denk daarbij aan het feit dat we in grotere groepen zijn gaan leven en ons allerlei sociale vaardigheden eigen moesten maken, (gekookt) vlees zijn gaan eten en zeker ook de ontwikkeling van taal.
Ons brein wordt soms wel The Runaway Brain genoemd, omdat hij evolutionair gezien in zeer korte tijd sterk is gegroeid. Dit onderzoek duidt erop dat de zorg voor onze baby’s een belangrijke rol kan hebben gespeeld, misschien niet als oorzaak van intelligentie, maar als versterkend effect.
Celeste Kidd et al, Extraordinary intelligence and the care of infants, in PNAS, 24 mei 2016.
Dit artikel is verzorgd door de wetenschapsredactie van De Kennis van Nu.