Waarom de helft van 'gezonde' ouderen eigenlijk ongezond is
- Nieuws
- Waarom de helft van 'gezonde' ouderen eigenlijk ongezond is
[NTR] De helft van de mensen boven de 57 jaar die als gezond te boek staat, is dat eigenlijk helemaal niet. En andersom geldt dat ook: veel zogenaamd ongezonde ouderen blijken eigenlijk best gezond te zijn. Verwarrend? Ja, maar wel relevant.
De Wereldgezondheidsorganisatie WHO was er in 1946 al duidelijk over: gezondheid is ‘een staat van compleet fysiek, mentaal en sociaal welzijn, en niet slechts de afwezigheid van ziekte of zwakte’. Toch wordt in de gezondheidszorg nog steeds vooral gekeken naar het tweede deel van die definitie, de afwezigheid van ziekte. Aan de hand van de conditie van je hart, je bloeddruk, cholesterolniveau en de aanwezigheid van ziektes als kanker en diabetes wordt bepaald of je gezond bent.
Amerikaanse onderzoekers besloten de oorspronkelijke definitie van de WHO erbij te pakken, en die los te laten op 3.000 Amerikanen tussen de 57 en 85 jaar oud. Het resultaat loog er niet om: de helft van de ‘gezonde’ mensen was eigenlijk helemaal niet gezond, en veel ‘ongezonde’ waren juist relatief gezond.
Een alomvattend model voor gezondheid
De onderzoekers, met onder hen behalve een medisch specialist ook een psycholoog en twee sociologen, ontdekten dit door de proefpersonen op twee verschillende manieren langs de meetlat te leggen, schrijven ze in PNAS. Eerst beoordeelden ze de mensen op zaken die belangrijk zijn binnen het medische model, zoals de conditie van hart, lever, nieren en huid, de aanwezigheid van astma en diabetes, in totaal 19 variabelen.
Vervolgens stelden ze een zogenoemd alomvattend model op, waar ook psychische en sociale factoren in werden meegenomen: slaappatronen, aanwezigheid van depressie, eenzaamheid of juist een sociaal netwerk, de mate van mobiliteit, het functioneren van de zintuigen en meer. Dit model kende in totaal 54 variabelen.
Dit tweede, alomvattende model kon duidelijk beter voorspellen of mensen binnen vijf jaar ziek zouden worden of overlijden. Daarnaast leverde het ook een aantal onverwachte resultaten op. Overgewicht levert bijvoorbeeld geen extra gezondheidsrisico op bij ouderen, zolang ze verder geestelijk en lichamelijk in orde zijn. Depressie blijkt de gezondheid te ondermijnen, op manieren die lang niet altijd onderkend worden. Hetzelfde geldt voor eenzaamheid, de afwezigheid van een sociaal netwerk. Ook een botbreuk na het 45ste levensjaar leverden een duidelijk groter risico op ziekte op. Een goede mobiliteit is een van de belangrijkste indicatoren voor het welzijn van ouderen.
Het moge duidelijk zijn dat deze resultaten implicaties kunnen hebben voor de gezondheidszorg, constateren de onderzoekers in het begeleidende persbericht. Ze adviseren om minder de nadruk te leggen op het behandelen van ziektes, en meer op het welzijn van de mens op verschillende vlakken. Ze zouden bijvoorbeeld graag wat minder aandacht zien voor de behandeling van obesitas bij ouderen, en meer voor het verbeteren van het zicht en gehoor. Ook het terugbrengen van eenzaamheid en sociale isolatie zou meer aandacht verdienen.
Martha McClintock et al, 'Empirical redefinition of comprehensive health and well-being in the older adults of the United States', in PNAS, 17 mei 2016.
Dit artikel is verzorgd door de wetenschapsredactie van De Kennis van Nu.