'Je komt niet zomaar even op het podium': waarom judoka's tot nu toe nog niet heel ver komen

Hij heeft er zeker nog vertrouwen in, vertelt oud-judoka en analist Henk Grol, maar ook hij kan niet ontkennen dat het tot nu toe niet heel denderend gaat met de Nederlandse judoka's. "Dat is pijnlijk om te zien."

Volwassen worden in judospel

Maar of je de Nederlandse selectie over één kam kan scheren, weet Grol niet. "Het blijven individuen." Hij neemt Joanne van Lieshout als voorbeeld. "Ze is gewoon heel jong, maar het is wel een supertalent. En helaas, die wedstrijd viel precies de verkeerde kant op."

Maar daar kan de jonge judoka juist van leren, vertelt Grol. "Die bagage gaat zij meenemen. Ze gaat ook beter worden, ze is nog jong en er zijn ook nog wel een aantal dingen in haar judospel die gewoon wat beter kunnen." Ruimte voor progressie dus. "Dat is ook een beetje volwassen worden in het judospel."

Extra druk door Olympische Spelen

Volgens Grol maakt de setting van de Olympische Spelen ook een verschil. "Het is echt wel een andere druk", legt hij uit. "Mensen denken: er zijn wel heel veel landen, hier ligt zoveel druk op, hangen zoveel dingen aan vast." En dat zorgt ervoor dat er anders gejudood wordt.

"En er zijn echt wel jongens die dat wel kunnen. Ik heb ooit een olympisch toernooi gehad, toen had ik geen angst en dacht niet na over de gevolgen. En toen kon ik vrij uit judoën." Maar Grol kan goed begrijpen dat de Olympische Spelen wel een extra druk leggen op de judoka's.

'Niet te mooi maken'

Toch geeft Grol ook zelf toe dat zeker de mannelijke judoka's deze Spelen niet altijd topprestaties leveren. "Ze zijn niet beter geworden de laatste 4 jaar."

Top-judoka's worden getraind in Papendal bij het Nationaal Trainings Centrum voor judo. "Een mooi instituut", vindt Grol, "waar alles goed geregeld is." Maar of dat helemaal positief is voor een vechtsport, twijfelt hij aan. "Het moet allemaal niet te perfect zijn. Want ja, zo'n judodag is ook niet perfect. Daar krijg je een beuk voor je harses, even plat gezegd, en dat moet ook op een training gebeuren. Dus je moet het niet te mooi maken voor judoka's."

Niet genoeg aanwas

"Als er genoeg aanwas komt, is er heel veel goed aan Papendal", vervolgt hij. "Je hebt goede trainers en daar zullen gewoon ook kampioenen uit voortkomen." Maar dan moeten er wel genoeg nieuwe judoka's binnenkomen, terwijl dat de laatste jaren steeds minder wordt.

En met oog op de Spelen moeten we niet vergeten hoe populair judo wereldwijd is, vindt de oud-judoka. "Het is echt een heel grote sport, dat wordt vaak vergeten. Er doen hier gewoon meer dan 100 landen aan mee, en die leveren bijna allemaal wel iemand die potentieel een medaille zou kunnen winnen. Dus je gaat niet zomaar even op het podium komen."

'Hoop dat iemand mijn baan inneemt'

Alle ogen zijn nu gericht op Sanne van Dijke, die na het behalen van de kwartfinale door is naar de halve finale van vanmiddag.

Zelf heeft Grol er in ieder geval nog zin in. "Ik wil gewoon winnen, ik zit op winnen en ik ben voor Nederland en ik wil gewoon dat wij het goed doen. En daar zit ik hier voor. Ik hoop echt dat iemand olympisch kampioen wordt en het liefst mijn baan inneemt, ik vind het helemaal goed. Ik ben liefhebber en ik ben hier graag. Ik geef graag commentaar, maar het moet wel wat beter."