Vette friet en worsten op de grill: zoals in Rennes, zo moet voetbal zijn
- Nieuws
- Vette friet en worsten op de grill: zoals in Rennes, zo moet voetbal zijn
Als ik aan kom rijden bij het stadion van Rennes vrees ik even voor rellen. Dikke rookwolken beperken mijn zicht. In gedachten zie ik al brandende auto’s, knokkende meutes en totale anarchie. Maar als de wolken langzaam optrekken en ik mijn neus wat beter gebruik, constateer ik dat de ware oorzaak van dit schimmige tafereel ligt bij de veertig worsten op een straatgrill. Mijn humeur klaart er spontaan van op. Ha fijn, we gaan naar een voetbalwedstrijd!
Volkser dan bij Roazhon Park in Rennes gaat het niet worden. Middenin een wijk met grauwe flats en arbeidershuisjes prijkt het stadion als een reusachtige kolos. De contouren van het beton verraden aan de buitenkant al hoe steil de tribunes binnen oplopen.
Aan de straat een oude kroeg, Le Football Bar, geflankeerd door beschilderde muren, waarop gezichten te zien zijn van supporters en hun emoties. Schrik, irritatie, vreugde en berusting, allemaal binnen twee meter.
De bar, met rode neonletters die in de late avonduren aanspringen, doet ook dienst als brasserie. Maar vandaag is het toch vooral de bierverkoop die voor de inkomsten moet zorgen.
Ouderwets snacken
Voor de snelle hap komen de supporters uit bij de vele standjes die op de stoep staan opgesteld. Er heerst een sfeer van barbecue, er hangt een geur van vette friet. Voor de liefhebbers zijn er crêpes beschikbaar, met chocopasta of met suiker. Zo moet het zijn als je met je kind naar het stadion gaat, bedenk ik mij.
Geen steriel bouwwerk in een afgelegen weiland. Geen gedoe met oplaad-kaarten voor een laf broodje of een lauwe pizzapunt in het stadion. Gewoon ouderwets snacken, daarna met een stuk keukenrol je vette toet afvegen en hop, de stadiontrappen betreden, van die metalen met ribbels.
Hup Holland Hup
Binnen wordt mijn gemoed van stadionnostalgie nog wat verder gevoed als ik de toiletten op de geur kan vinden en ervaar dat die nog van de oude, Franse slag zijn. Een gat in de grond. Laten we het erop houden dat dit staaltje back-to-basic-toiletteren bijdraagt aan de totaal-ervaring. Het moet, bedenk ik als ik uitkijk over de Engels aandoende tribunes, een feest zijn voor de Oranje-speelsters om hier hun grote wedstrijd tegen Japan te spelen.
Die tribunes vullen zich met 20.000 mensen. Vooral de hoge, korte zijdes vormen een indrukwekkende wand tegen het decor van een ondergaande zon. Het clubje Nederlandse supporters is weliswaar klein in getal, maar geïnspireerd door de klanken van het dweilorkest gaat de wave door het stadion.
Terwijl het beton meedeint op ‘Hup Holland Hup’ en Lieke Martens haar hak laat spreken, bekruipt je het gevoel dat het in Rennes niet mis kan gaan voor Oranje. Na 91 minuten kunnen we zeggen: daar denken scheidsrechter en VAR klaarblijkelijk net zo over.