'De breuk doet pijn, maar de vriendschap blijft'
- Nieuws
- 'De breuk doet pijn, maar de vriendschap blijft'
Na zes jaar een duo te hebben gevormd, hebben zijspancoureur Kees Endeveld en bakkenist Jeroen Remmé besloten om uit elkaar te gaan. Endeveld vertelt in B.V.S.C. waarom het tweetal na een uitstekend seizoen een punt achter de samenwerking heeft gezet.
Video niet beschikbaar
De breuk met Jeroen Remmé doet Kees Endeveld pijn. "We zijn als jonge jongens samen begonnen met racen. Mijn ouders en die van Jeroen raceten samen op een zijspan. Wij zijn opgegroeid op het circuit en dan krijg je vanzelf het motorsport-virus. Jeroen en ik waren altijd heel erg goed op elkaar ingespeeld en daarom doet het pijn dat het nu over is. Maar de vriendschap blijft, want we zijn goed uit elkaar gegaan."
Financiële onzekerheid
De reden van de breuk is de financiële onzekerheid, vertelt Endeveld. "In onze sport zijn we afhankelijk van sponsoren. Al het geld wat ik privé verdien, stop ik in de sport. In december word ik vader en daarom kan ik zelf niet meer veel geld in de sport stoppen."
Endeveld: "Ik weet nog niet zeker of ik het budget rondkrijg en Jeroen is een hele getalenteerde bakkenist. Ik wil hem daarom de kans geven om om zich heen te kijken en uiteindelijk door te stromen."
Liefde voor de sport
"We hebben ongeveer een budget nodig van veertigduizend euro. Ik heb een baan, maar Jeroen gaat nog gewoon naar school. Het is voor mij dus wat makkelijker om een financiële bijdrage te leveren." Endeveld heeft ondanks de financiële druk liefde voor de sport.
"In de zijspan heb je elkaar echt nodig", legt hij uit. "Het is ook meer een auto dan een motorfiets. Een motorfiets gaat op zijn kant, maar een zijspan blijft vlak op de weg. Ik kan ook helemaal niet motorrijden en heb geen rijbewijs."
Wereldkampioen
Endeveld heeft in Duitsland iemand gevonden die met hem een nieuw duo wil vormen. "We gaan in het voorjaar testen en ik denk dat het een goede combinatie is. Met Jeroen was de band vriendschappelijk, maar de nieuwe samenwerking is meer gericht op de topsport. Het gaat nu echt om de prestatie en minder om de vriendschap. Uiteindelijk hoop ik in de toekomst tegen Jeroen te kunnen racen en natuurlijk wereldkampioen te worden."