Geen sportschool, maar een Koreaanse oorlogsmethode houdt spelers van Oranje topfit

"Bewegen en hoe je beweegt is het allerbelangrijkste bij een sport zoals voetbal. Ik ben daarom ook helemaal niet bezig met het spel of het scoren", vertelt Errol Esajas in WNL In de Kantine op NPO Radio 1. De beweegtrainer uit Rotterdam zegt zelf 'niets te weten van voetbal', maar traint wel topvoetballers zoals Denzel Dumfries. "Hoe voetballers bewegen wordt als tweederangs gezien. Vroeger had je nog voetballers zoals Cruijff. Dat waren echte atleten. Nu zitten voetballers vaak in het krachthonk. Aan bonkige voetballers heb je niks."

Esajas heeft Dumfries, de brommer van Barendrecht, dus van de gewichten getrokken en hem aan het lopen gekregen. "Denzel is nu een echte atleet. We zijn intensief gaan trainen op coördinatie, lenigheid, kracht en snelheid volgens de KLUCS-methode. Hij is nu super bewegelijk en kan het lang volhouden, maar het kan altijd beter."

OODA Loop

En dan komen 'scancoaches' zoals Patrick Woerst om de hoek kijken, want naast 'goed kunnen bewegen' moet ook 'het koppie' worden gebruikt om topfit te zijn. "Ik kijk naar hoe een speler in het veld staat. Waar kijkt hij naar, wat scant en ziet hij? Een voetballer acteert daar op." Ook de houding van het bovenlijf is een belangrijke factor om te analyseren én op te trainen aldus Woerst. Dat doet hij volgens de OODA Loop, een methode die uit de Koreaoorlog stamt waarbij militairen op het juiste moment beslissingen leren te nemen. "Het kan heel technisch worden en per voetballer maak ik een hele analyse. Achteraf, na een wedstrijd, neem ik het dan met hen door."

Scoren

Superfit en een hyperfocus of niet, onder de streep gaat het toch gewoon om het scoren weten Woerst en Esajas ook. "Ik wens ze van tevoren veel succes en natuurlijk vloek ik als ze de goal missen", zegt Esajas. "Maar daarna is het weer koppie erbij en kijken naar wat er is gebeurd en dan kunnen we daar in een volgende sessie op trainen."