Sport

Tour-column #17: Wielerparadijs Andorra kleurt nog niet echt geel

foto: Edwin Cornelissen
  1. Nieuwschevron right
  2. Tour-column #17: Wielerparadijs Andorra kleurt nog niet echt geel

Het peloton geniet van een rustdag in Andorra. Dat levert de unieke situatie op dat veel renners met hun ploegen in een hotel verblijven, terwijl hun eigen huis in de nabijheid is. Andorra is de laatste jaren uitgegroeid tot een populair toevluchtsoord voor profrenners. Zo hebben de Nederlanders Robert Gesink en Koen de Kort hun thuis gevonden in het Pyreneeën-staatje tussen Frankrijk en Spanje. Net als Sepp Kuss, de Jumbo-Visma-renner die in zijn thuisstaat een Tour-rit wist te winnen.

De voordelen voor een wielerprof zijn legio. Door de ligging zijn hoogtestages eigenlijk overbodig. De bergen zijn altijd in de buurt. En Andorra komt wielrenners ook als het gaat om veiligheid tegemoet door speciale stroken en paden aan te leggen. Neem daarbij het gunstige belasting- én meteorologische klimaat en het zal duidelijk zijn: het landje is een walhalla voor de profcoureur.

Andorra liep zondag uit om de renners het dak van de Tour te zien passeren, op 2408 meter hoogte. Een jongen uit de buurt vond het een ‘picture perfect’: vanaf de Port d’Envalira had hij een grandioos uitzicht over het berglandschap, terwijl hij de beste wielrenners van de wereld vlak langs zich zag komen. Hoeveel mooier kon je het hebben?

Aan wielerliefde geen gebrek in het dwergstaatje. Toch wordt het Tour-virus er op een volkomen andere wijze gevoeld dan in Frankrijk. Tijdens een wandeling op de rustdag door de hoofdstad, Andorra-la-Vella, valt het mij op dat de Tour hier vooral praktisch aanwezig is. Hotels huisvesten de ploegen. Teambussen staan geparkeerd in de smalle straatjes van de stad. Straatjes die eigenlijk helemaal niet zijn toegerust op de massa auto’s die het Tour-circus met zich meebrengt. Zondag, uren na afloop van de etappe, was er in de stad sprake van een verkeersinfarct. Alle toevoerwegen stonden vol.

chevron right
chevron right
foto: Edwin Cornelissen

Bij de wasserette is het op de rustdag ook al file. Tour-volgers, die al weken van hotel naar hotel trekken en uit de koffer leven, gebruiken de dubbele overnachting om van de vuile was af te komen en staan in een lange rij te wachten op hun beurt. Een doorgewinterde local op leeftijd die geroutineerd zijn kleding in de machine stopt, terwijl hij uit zijn tas potjes zeep en wasverzachter tevoorschijn haalt, ziet de ongeduldige meute dringen en zegt: ‘Tranquilo, tranquilo’.

Wat ik in Andorra níet tegenkom zijn de taferelen die ik aantref in de Franse dorpjes. Geen vlaggetjes boven de straten, geen fietsen in lantaarnpalen, geen knutselwerken van de schooljeugd langs de weg, geen ‘Vive le Tour’ op z’n Catalaans op de winkelruiten geschilderd. De plaatselijke VVV probeert het nog wel en hult de gevel in gele stickers. En als ik afga op de etalages hebben de ondernemers allemaal dezelfde gele, papieren bloem toebedeeld gekregen. Maar de spontane initiatieven en de kunstzinnige uitspattingen om de Tour te vieren, mis ik in Andorra.

Misschien zegt het ook wel meer over Frankrijk dan over dit mini-staatje. Bij de Fransen zit de Tour in de volksaard, in het DNA. Voor hen is het geen simpele wielerwedstrijd, maar een haast religieuze viering met alle decoraties die daarbij horen. Andorra mag dan een wieler-staatje zijn, om die ultieme Tour-passie zo diep in de vezels te krijgen als de Fransen dat hebben, is een schier onmogelijke opgave.

Download de NPO Radio 1-app

Met onze app mis je niks. Of het nou gaat om nieuws uit binnen- en buitenland, sport, tech of cultuur; met de NPO Radio 1-app ben je altijd op de hoogte. Download 'm hier voor iOS en hier voor Android.

Ster advertentie
Ster advertentie