Het nieuwe kabinet wacht moeilijke keuzes voor de woningmarkt

Het is de bedoeling dat er tot het jaar 2030 900.000 woningen bij komen, maar het loopt stroef, zegt Boelhouwer tegen het NOS Radio 1 Journaal. "De laatste twee jaar zie je dat de bouwvergunningen aan het wegzakken zijn. Dat heeft met name met de economie te maken. De rente is aan het stijgen en de bouwkosten zijn behoorlijk gestegen, met twintig procent. Dat maakt dat heel veel van die exploitaties onder druk staan. Dit jaar komen we uit op 50.000 tot 55.000 bouwvergunningen, schat ik. Dat betekent dat we de komende twee jaar minder woningen gaan toevoegen, want je kunt niet bouwen zonder bouwvergunning."

Jarenlange vertraging

Ook lopen bouwprojecten om verschillende redenen vertraging op. Boelhouwer noemt als voorbeeld de Merwedekanaalzone in Utrecht, een nieuwbouwwijk waar uiteindelijk tienduizend woningen moeten komen, maar zover is het nog lang niet. "Er zijn hier een aantal problemen geweest. We hebben te maken gehad met grondspeculatie, waardoor het moeilijker wordt om te exploiteren. We hebben te maken met een aantal bezwaarschriften van bewoners, die liggen nu bij de Raad van State. Je ziet ook bij andere projecten dat de vertraging zo kan oplopen richting twee jaar. Terwijl ze eigenlijk binnen driekwartjaar uitspraak moeten doen."

Een aanvullende uitdaging is de elektriciteit. "De netleverancier kan het eigenlijk niet goed aan. Je hoort wel van plannen die niet doorgaan omdat ze niet op het net aangesloten kunnen worden omdat er geen capaciteit is voor de stroom. Daar moeten keuzes gemaakt worden."

Overheidssubsidie noodzakelijk

Het nieuwe kabinet moet dus keuzes maken, maar een makkelijke oplossing is er niet, zegt Boelhouwer. "Je kunt bijvoorbeeld kleiner gaan bouwen. Je kan iets aan de differentiatie doen. De minister wil dat twee derde van de nieuwe woningen betaalbaar is. Dat kan, maar dat kost geld, want daar moet geld bij. De opbrengst moet uit het kleine deeltje vrije sector komen. Daar kan je wat in schuiven als je dat zou willen."

Volgens Boelhouwer is overheidsondersteuning noodzakelijk, in de vorm van subsidies. "Dat hebben we in het verleden ook altijd gedaan. Bij grote opgaves in de woningbouw is het altijd ondersteund. Je bouwt hier misschien wel voor 200 jaar, en dat moet allemaal worden opgebracht door de eerste gebruiker, dat is niet realistisch."

"We zijn een beetje in slaap gesukkeld door de lage rente. Toen kon opeens alles en de bomen groeiden tot in de hemel. We hebben nu weer normale rentes en dat betekent dat een aantal dingen niet kunnen. Het slechtste wat we kunnen doen is wat mij betreft bezuinigen op kwaliteit, dus minder duurzaam gaan bouwen. Dat zou ik nooit doen. Ik zou eerder een tandje bijzetten. Maar dan moeten we daar wel de middelen voor reserveren."