Rechtszaak tegen het beëindigen van de Landelijke Vreemdelingenvoorziening in Utrecht

Jelle Goezinnen, van Stichting Noodopvang Dakloze Vreemdelingen Utrecht, staat de ongedocumenteerden bij in de rechtszaal. Het besluit van minister Faber van Asiel en Migratie is in zijn ogen "onvoorstelbaar." Goezinnen: "We zijn deze rechtszaak gestart, want als zij niet luistert en met niemand in gesprek wil gaan, dan gaan we aan de rechter vragen om over haar beleid uitspraak te doen." De SNDVU vindt dat het beleid in strijd is met meerdere wet- en regelgeving in nationaal en Europees verband.

Basale voorzieningen

De bed-, bad- en broodregeling wordt gebruikt door ongedocumenteerde vreemdelingen die meewerken aan hun terugkeer naar het land van herkomst. De regeling omvat de basale levensvoorzieningen licht Goezinnen toe: "Zoals schoon drinkwater, een warme slaapplek, hygiëneproducten om je schoon te houden, dat zijn echt de eerste levensbehoeften. Het Europese Hof heeft hier uitspraak over gedaan. Dit is de humanitaire ondergrens, en die proberen we met deze rechtszaak af te dwingen." In de rechtszaak van vandaag wordt ingegaan op de directe bedreiging van de gezondheid en veiligheid van de betrokkenen door de beëindiging van deze regeling.

Gemeente Utrecht

De gemeente krijgt vanaf 1 januari 2025 geen geld meer om deze vorm van noodopvang te realiseren. De gemeente heeft aangegeven om de financiering van de regeling zelf te willen voortzetten. Toch spanden de deelnemers van de Landelijke Vreemdelingenvoorziening een rechtszaak aan tegen de gemeente. Goezinnen licht toe wat de reden hiervoor is: "We staan tegenover de gemeente in de rechtszaal, maar de gemeente staat er namens het ministerie. De gemeentes weten niet meer waar ze aan toe zijn met de financiering, ze weten niet meer hoe ze het moeten organiseren. Wij als organisaties proberen met alle partijen in gesprek te gaan over hoe we verder gaan in januari. Wij proberen duidelijkheid te krijgen over wat er gaat gebeuren in januari 2025." Ook in andere gemeenten zijn rechtszaken aangespannen over de bed-, bad- en broodregeling, bijvoorbeeld in Rotterdam en Eindhoven.