Grapperhaus: 'Een bepaalde mate van bijdehand zijn heb ik wel in het schuurtje gezet'
- Nieuws
- Grapperhaus: 'Een bepaalde mate van bijdehand zijn heb ik wel in het schuurtje gezet'
Met de verkiezingen in aantocht is het voor de ministers in kabinet Rutte III tijd om afscheid te nemen van hun ministeries. In Met het Oog op Morgen spreken presentator Wilfried de Jong en politiek verslaggever Wilma Borgman iedere week met een van hen over de afgelopen kabinetsperiode. Deze week: Ferdinand Grapperhaus, demissionair minister van Justitie en Veiligheid.
Veel interviews gaf hij niet de afgelopen jaren. Dat vond hij niet passend bij zijn rol. "Ik vind dat je menselijke ellende en verdriet moet oplossen en niet aan moet schuiven aan een talkshowtafel. Daar doe je het probleem geen recht."
Video niet beschikbaar
Voor zijn ministerschap was Grapperhaus actief als advocaat en als columnist van het FD. Dat nam hij ook mee naar zijn rol als minister. "Ik had in het begin wel de neiging om vrij scherp te zijn in debatten. Maar dat helpt je niet."
Hij glimlacht. "Als je van jezelf ontdekt dat je iets anders moet doen, dat je dat op je 57ste nog gewoon leert." En hij leerde nog een belangrijke les. "Het hoort bij het leven dat je niet altijd je eigen overtuiging verzilvert."
Emotie tonen
Grapperhaus houdt bijna altijd een strak gezicht. "Alle voorlichters zeggen: hou je afstand, word niet emotioneel," vertelt hij daarover. Hij is het ermee eens. "Je komt veel heftige dingen tegen als minister van Justitie en Veiligheid. Dan kan je niet iedere keer volschieten."
Toch is er een onderwerp wat hem nog altijd visueel aangrijpt. De moord op advocaat Derk Wiersum. "Die georganiseerde misdaad is nietsontziend. Ik vind dat walgelijke sociopaten."
Ook in de persbijeenkomst na de moord laat Grapperhaus emotie zien. "Ik was ook boos, hè. Ik vind niet dat je dan uit je rol valt."
Jezelf zijn
Hoewel niet altijd de ruimte was voor een grap ("Ik heb wel vaak genoeg de lachers op mijn hand gehad in de Kamer"), moest de minister wel leren omgaan met de wisselwerking met de Kamer.
"Ik heb een bepaalde mate van bijdehand zijn zeker een hele tijd ergens in een schuurtje gezet. Het debat in de rechtszaal is echt een ander debat dan in de Tweede Kamer." Dat betekent niet dat hij het niet leuk vond. "Ik doe ze heel graag."
Maar een ander persoon als minister dan als advocaat? Dat was hij ook niet, vindt hij zelf. "Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik naar een soort schaduwpersoon van mezelf aan het lusiteren was."
Op de kandidatenlijst van het CDA staat ook deze verkiezingen zijn naam, maar wel pas op plek 50. Met de huidige peilingen lijkt dat niet een plek die de Kamer ook haalt. "Maar als ik 17.000 voorkeursstemmen haal, ga ik ook de Kamer in. Je moet het ook wel daarom doen."
OOG Grapperhaus
Download de NPO Radio 1-app
Met onze app mis je niks. Of het nou gaat om nieuws uit binnen- en buitenland, sport, tech of cultuur; met de NPO Radio 1-app ben je altijd op de hoogte. Download 'm hier voor iOS en hier voor Android.