Column | Jehovah's Getuigen, bescherm de kleine kinderen
- Nieuws
- Column | Jehovah's Getuigen, bescherm de kleine kinderen
De Jehova’s Getuigen liggen onder vuur. Dagblad Trouw bericht sinds afgelopen weekend over seksueel misbruik binnen het Wachttorengenootschap in Nederland. De verhalen komen mij als rooms-katholiek beklemmend bekend voor. Jongens en meisjes van allerlei leeftijden werden langdurig seksueel misbruikt door de kerkleiding. En wie intern probeerde zijn recht te halen, stuitte op een muur van geïnstitutionaliseerd elkaar de-hand-boven-het-hoofd-houden.
De wereld lijkt soms vergeven van de pedofielen. Helaas niet alleen binnen religieuze groeperingen. De rooms-katholieken werden als eerste hard en terecht aangesproken op het misbruik en de zwijgcultuur binnen de eigen muren. Dat was 2010. Daarna volgden verhalen over seksueel misbruik binnen de protestantse gemeenten in Nederland. We hoorden verhalen over decennialang seksueel misbruik door BBC-presentatoren en door sportcoaches die duidelijk hun grenzen niet kennen.
Over het waarom zijn boeken vol geschreven. Dat macht corrumpeert. Dat macht erotiseert. Dat sekten en hun leiders drijven op een vergoddelijking van hun leider. En zo kan ik wel doorgaan. Tegelijkertijd, als ik kijk naar mijn eigen r.k.-gemeenschap in Den Bosch, zie ik dat de hele crisis het gesprek over seksualiteit niet heeft geholpen. De angst om een fout te maken is wel gegroeid. In onze gemeenschap komen ook veel kinderen en (minderjarige) jongeren. Gelukkig. Naar goed katholiek gebruik willen die ook af en toe biechten. Maar die ouderwetse biechthokjes leveren problemen op.
Stiekem
Kijk, van oudsher heeft de biecht ook iets stiekems. Je kan er naar binnen glippen zonder dat iemand je ziet. Je kan je hart uitstorten bij de pastoor die dan namens God je de zonden vergeeft, echter niet zonder je eerst op te dragen de geleden schade te herstellen en eventueel je aan te geven bij de politie. Maar stiekem en ongezien zijn ook begrippen die we in de r.k.-kerk sinds 2010 erg problematisch vinden. Je hebt niet heel veel fantasie nodig om te begrijpen dat voor die ene pedoseksuele pastoor zo’n donkere doos een onheilige afwerkplek is.
Bij ons in de kerk hebben ze dat probleem opgelost door de vierde wand volledig van glas te maken. Je ziet daar de pastoor en de biechteling keurig naast elkaar zitten. Wel met de ruggen naar ons toe, anders kan een liplezer zijn lol op natuurlijk. Het heeft iets heel ongemakkelijks, deze enorme transparantie. Iedereen ziet je zitten en kan precies timen hoe lang je er zit. En iedere katholiek weet: hoe langer, hoe zondiger. Nu voel ik me niet gemakkelijk om van die biechtstoel gebruik te maken. Maar goed dat ik andere wegen ken om mijn zondenlast te verlichten. De pastorie is veel comfortabeler.
Wat mij nog steeds verbaast is dat kerkelijke groeperingen als de Jehova’s niet inzien dat je de boel open moet gooien. Dat je niet kan vertrouwen op interne procedures. Dat het belang van de groep niet groter kan zijn dan van het individu. Dat doofpotten altijd openspringen. Dat zwijgcontracten altijd worden verscheurd. De Jehova’s hadden kunnen leren van hun gevallen katholieke en protestantse broeders en zusters. Gelijk openheid van zaken geven, de beker tot de bodem leegdrinken, alle schuld erkennen en grote opruiming houden.
Morele meetlat
De glazen biechtstoel in mijn eigen kerk, de onthullingen over de Jehova’s Getuigen in Trouw van de afgelopen dagen. Het zet me aan het denken. In onze samenleving hebben we een soort morele meetlat in onze kop zitten, van links naar rechts, van schouderophalen tot intense woede. Links zit het oplichten van de belasting (‘doen we toch allemaal’) en door rood licht rijden terwijl er geen ander verkeer aankomt (‘ik keek toch goed uit!’) en aan de rechterkant zit het beroven van oude omaatjes, het vermoorden van je geliefde en pedoseksualiteit.
Ik denk dat in onze samenleving seks met minderjarige jongens en meisjes als de hoogste misdaad wordt gezien. En ik heb dan ook wel begrepen dat in de gevangenis maar beter niet bekend kan worden dat je om een zedenmisdrijf in de bak zit, laat staan het molesteren van kinderen. Je leven was al niet zo prettig, maar wordt dan een regelrechte hel. Pedoseksualiteit is de absolute ijkpunt voor misdadig gedrag. Het is een absoluut taboe. Niet over te onderhandelen. Geen discussie. Geen nuances. Het is een taboe zoals een taboe bedoeld is: je gaat er niet over.
Zondig, immoreel en strafbaar
Ik vind dat terecht. Ik denk dat onze samenleving best behoefte heeft aan dit soort gedeelde morele no-go areas. Daarvan zouden we er nog wel wat meer mogen hebben. Seks met kinderen is absoluut verboden, zondig, immoreel en strafbaar. Ik ben daar blij om. Ik wil dat mijn kinderen ook veilig zijn.
Wat mij interesseert is hoe pedoseksualiteit tot dat absolute negatieve morele ijkpunt is gekomen. Wellicht is dit een erfenis van de Romantiek, het tijdperk waarin het kind werd geïdealiseerd als een naïef, onschuldig wezen dat (nog) in rechtstreeks contact staat met God, het universum, de natuur en zijn eigen emoties. Die naïviteit raken we kwijt – dat heet volwassen worden – maar het verlangen naar die onschuldige naïviteit is breed gedragen. Denk maar eens aan alle Peter Pan-films, -boeken en rip offs: allemaal over een volwassen man die niet wilde opgroeien maar eeuwig kind wilde blijven.
Pedoseksuelen schenden niet alleen de autonomie van de betreffende kinderen, maar schenden ook ons ideaalbeeld van het onschuldige kind, een ‘status’ waar wij allemaal op een bepaalde manier nog steeds naar terugverlangen. Wie een kind schendt, schendt ons. Ons vertrouwen in elkaar.
Ik schaam me nog steeds diep voor het seksueel misbruik in de r.k.-kerk. Het vuil in de straat van de ander maakt mijn straatje niet schoner. Ik geneer me ook nog steeds om in dat glazen biechthokje te gaan zitten. Maar die andere schaamte is groter. En dat is terecht. Katholieken, protestanten en Jehova’s gaan er prat op de woorden van Jezus ter harte te nemen voor hun hele leven. Misschien moeten ze ook eens lezen waar Jezus zegt dat wie een kind laat struikelen, beter met een steen aan zijn nek in het meer kan worden afgezonken.
Jezus kende ook taboes. Ik ga maar eens biechten.
Cultuurtheoloog Frank Bosman is commentator bij Dit is de Dag