Wielrennen als tweede carrière
- Nieuws
- Wielrennen als tweede carrière
Ik heb wel eens bovenaan zo’n skischans gestaan en ik snap het succes van die Roglič wel. Zo’n ding is zo hoog en zo steil dat het lijkt alsof je recht in de diepten van de hel kijkt. Dan is het afdalen van de Galibier maar kinderspel. En dat is toch geen kinderachtige bergbeklimming.
Schansspringer Primoz Roglič kon in 2011, door een val, niet meer springen. Hij kwam er tijdens zijn revalidatie achter dat hij nogal rap was op de fiets. De rest is sinds gisteren geschiedenis.
Wielrennen als tweede carrière
Wielrennen als tweede carrière. Er zijn meer voorbeelden van. Marijn de Vries was al dertig toen ze, min of meer als journalistiek experiment, haar entree maakte in het peloton.
En ook de Belg Ludo Dierckxsens had die leeftijd toen hij prof werd. Hij noemt het zelf zijn American Dream. Op zijn negentiende had Dierckxsens ook al talent, maar hij werd naar eigen zeggen te snel verliefd op een vrouw 'die niet van de koers hield'.
Zijn vader, een veldwachter, had hem nog gewaarschuwd: ''Je krijgt spijt als je niet gaat studeren.'' Maar Ludo ging het leger in en belandde daarna in een DAF-fabriek, waar hij voor een habbekrats de cabines lakte. Hij dacht nog vaak terug aan de woorden van zijn vader, de veldwachter.
Toen het slecht ging met de fabriek, ging Ludo Dierckxsens weer fietsen bij een klein ploegje. Hij werd opgeraapt door wielerploeg Lotto en later door een andere ploeg: Lampre. Op 15 juli 1999 won Ludo Dierckxsens de Touretappe naar Saint-Étienne. Tegenwoordig runt hij een fietsenhandel. Hij heeft ook een nieuwe vrouw, waarschijnlijk eentje die wel van de koers houdt.
Wielrennen als tweede kans, zelfs als je al wat ouder bent. Het kan. Zo blijft er voor iedereen wat te dromen. Alleen radiopresentatoren, daar zijn weinig geslaagde voorbeelden van in het peloton. Dat is dan weer jammer.