Twitterfittie
- Nieuws
- Twitterfittie
Twitterfitties als die van Pechtold en Wilders zijn meer dan vermakelijke opstootjes. Ze roepen fundamentele vragen op, zegt politiek redacteur David van der Wilde.
Het is misschien reces, maar Twitter slaapt nooit. Daarom zagen we ook deze week Wilders en Pechtold ouderwets op elkaar inhakken. Wilders twitterde een foto waarmee hij zich druk lijkt te maken over het hoofddoek gehalte op het Scheveningse strand. Pechtold tweet terug met de vraag of er waterstofperoxide in de ogen van de PVV-er is gekomen, de D66-er ziet namelijk meer blote borsten dan boerkini’s. Gevolg? #ophef.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Eerder deze week hoofdletterde Trump er weer eens ouderwets op los. Dit keer waarschuwde hij Iran dat dreigen niet zonder gevolgen zou blijven. De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken besloot daarop dat het medium zich uitstekend leent voor diplomatiek verkeer. Hij tikte een tweet terug, waarin hij @realDonaldTrump liet weten weinig onder de indruk te zijn.
Mooi middel
Natuurlijk is twitter een mooi middel om je publiek te bereiken. Politici kunnen ongefilterd hun verhaal kwijt aan iedereen die het maar lezen wil. Geert Wilders legde Rick Nieman vorig jaar nog uit hoe geweldig het is om zo, zonder lastige vragen van kritische journalisten, je eigen verhaal de wereld in te helpen. Hij is niet de enige die de mogelijkheden ziet. Van het establishment tot de vernieuwers, van links tot rechts, iedereen leeft zich uit op ‘de socials’.
In principe is dat fantastisch. Standpunten zijn transparanter dan ooit en debatten hyperpubliek. In alle openbaarheid is haast iedere volksvertegenwoordiger maar een muisklik van je verwijderd. De politieke arena is eerlijker en opener dan ooit. Het gigantische nadeel is dat de spelregels nog niet duidelijk zijn. Laat staan dat we weten wat een tweet nou eigenlijk is.
Kibbelende kleuters
Want wie wat kritischer naar de tweetmosfeer kijkt, ziet dat politici plots in kibbelende kleuters veranderen als hun vingers op een toetsenbord tekeer gaan. Bijna nooit zijn de digitale debatjes meer dan lage jij-bakken of schoten uit de losse heup. Scherpe argumentatie en normale omgangvormen lijken op het internet opeens niet meer te tellen. Dat is raar voor mensen die juist van het debat hun werk hebben gemaakt.
Je zou verwachten dat politici social media zouden zien als een prachtig podium om echt de diepte in te duiken. Toch tikken de duimen van volksvertegenwoordigers een linkse of rechtse directe uit en meestal blijft het daar bij. Hoogstens wordt hier en daar live kritisch commentaar gegeven vanuit de Kamerbankjes terwijl collega parlementariërs achter het spreekgestoelte het parlement toespreken. Echt eerlijk wordt het dus nooit. Kamervoorzitter Arib maakt zich terecht druk over het schaduwdebat dat tegenwoordig gevoerd wordt.
Fundamentele vragen
Het online-debat zou namelijk fundamentele vragen op moeten werpen. Want hoe moeten we de social-media van politici zien? In de Verenigde Staten wordt terecht druk nagedacht over de juridische status van Trumps-tweets; zijn dat presidentiële verklaringen en hebben ze verstrekkende gevolgen? Nederland heeft een soortgelijke discussie nodig.
Mag een politicus bijvoorbeeld twitteraars blokkeren? Of heeft iedereen het recht om de openbare standpunten van volksvertegenwoordigers en bestuurders te zien en te bevragen? Wat voor juridische gevolgen kan een Facebook-post of insta-story van een bestuurder hebben? Stel dat een burgemeester via een LinkedIn een avondklok instelt, is dat dan geldig? Is een comment van een minister van Buitenlandse Zaken direct diplomatiek verkeer? Als de regering met een mond spreekt, telt een tweet van een staatssecretaris dan als kabinetsbeleid? En moeten we willen dat Kamerleden tijdens een debat via hun scherm de oorlog ook buiten het parlement uitvechten?
Gezien het digitale rollebollen en de weinig verheffende internetdebatten, denk ik dat we nog niet toe zijn aan zulke vraagstukken. Zolang het internet een soort portaal naar een parallelle wereld is waar politici in peuters veranderen, ben ik al blij met een parlementaire internet-etiquette.
David van der Wilde is politiek redacteur voor De Nieuws BV