Opinie & Commentaar
AVROTROS

Hoe gedraagt een sporter zich?

foto: ANPfoto: ANP
  1. Nieuwschevron right
  2. Hoe gedraagt een sporter zich?

Je hebt doetjes en plurken, er zijn snoevers, stillen en twijfelaars, soms zie je ware kampioenen, ook types die vrijwel normaal lijken te zijn, maar aan alle sporters zit, ergens wel een steekje los, of vallen ze op een bepaalde manier op: grote bekken, aanstellers, zwijgers, gekken, getikten.

Na de val van Tom Dumoulin werd duidelijk hoe hij in elkaar stak. Natuurlijk baalde hij als een stier en erger, maar hij trok in eerste instantie een masker voor zijn gelaat en liet, in confrontaties met persmensen, een donkere toon op ons los en gebruikte weinig woorden in extreem korte zinnen. Toen een zo te horen jonge onverlaat hem vroeg of hij teleurgesteld was, wachtte Dumoulin heel even en antwoordde toen: "Wat denk je zelf?"

Touché natuurlijk, maar je zag hem ook denken: 'Gast, ga een ander vak uitoefenen en kom niet met dit soort onwaarschijnlijk stomme vragen bij me.' Na zijn twijfelen en afstappen kreeg hij meer van dat soort vragen. Op een vraag: "Tom, hoe gaat het?", (wat toch een redelijke vraag is) hield hij net even te lang zijn adem in, hij keek de vragensteller aan en je zag hem denken: 'Wij hebben nog meer met elkaar te maken', en gaf een soft antwoord: "Het gaat."

Stupide vragen

Kijk, Dumoulin houdt niet van rimram gesprekjes, hij weet dat het allemaal bij zijn vak hoort, maar hij zou soms zo’n vragensteller met een stupide vraag het liefst een volle patat op de neus geven. Eigenlijk zou hij die nauwelijks iets opleverende korte Q and A’s het liefst direct afgelasten. Zonde van de tijd, zonde van de energie. Je ziet hem soms denken: 'Daar staat dat leger leeghoofden weer', en dan moet ik eigenlijk wel om hem lachen. Hij is echter te goed (beschaafd) opgevoed om weg te blijven of iemand de les te lezen en dus vervangt hij agressie door gelatenheid: weer zo’n stomme vraag. Hij vouwt dan ook een meewarige glimlach rond zijn lippen en je ziet hem denken: ‘Man denk dan na voor je iets vraagt’, en komt daarna met een uiterst vilein, kort antwoord.

Na de vraag van een doordruk-journalist: "Nu naar huis en alles op de Tour," zweeg hij heel even, en vroeg of de man de vraag nogmaals wilde stellen. Zijn antwoord was daarna: "Naar huis zeker." Korte, stekelige antwoorden, donkere stem, zwarte blik, zachte glimlach, vintage Dumoulin die nou eenmaal zeer ongemakkelijk wordt in het bijzijn van journalisten rond wielerkoersen in damage-situaties. Vaak zeer terecht overigens.

Krankzinnige circus

Giro-leider Roglič viel ook, kreeg schaafwonden, toonde zijn blote bil aan de wereld, liet de leiderstrui voor wat die was en toonde ineens een blijmoedigheid die ongekend was. Hij vroeg of hij even langs de dokter moest. Zijn ploegleider Jan Boven (uit Groningen) liet de keuze aan de renner. Vervolgens hoorde je op een alleraardigst documentje vanuit die ploegleiderswagen een lachende en schijnbaar toch nog vrolijke Roglič: "Wat een krankzinnige circus is deze Giro eigenlijk." Nergens somberheid, maar hij fietste tenminste nog en dat was natuurlijk wel het verschil met Dumoulin.

Aaibaarheidsfactor

Zo heb ik me ook enorm zitten verkneukelen omtrent het sociale vermogen van Robin van Persie. Niet alleen tijdens en na zijn afscheidswedstrijd, maar eigenlijk het hele voetbalseizoen al. De manier waarop hij in de tunnel op weg naar het veld omging met die kindjes die de voetballers-van-tegenwoordig aan de hand moeten nemen (goed voor de sfeer, geeft een blij beeld, menselijk, vriendelijk, goed voor de pr) was opmerkelijk. Of de wedstrijd niet bestond, of hij zijn spanning even had uitgedraaid in zijn lijf, zo ontspannen, aardig en eigenlijk lief ging hij met die kids om.

Waar anderen die kinderen zwijgend (en soms volstrekt 'onpersoonlijk') aan de hand hebben, toonde Van Persie gevoel en interesse en hield hij zich leuk met die toch ook nerveuze wezentjes bezig. Korte aai over de bol, gesprekje, vragen naar de naam, lachen, ontspannen, gewoon goed. Hij, Van Persie, verhoogde hiermee zijn aaibaarheidsfactor op opmerkelijke manier.

Leerstof voor psychologen

En dan was er Roger Federer in Rome. Hij was boos en liet dat weten. Hij speelde tegen een jonge Kroaat, Borna Ćorić, en had gedurende de gehele wedstrijd ruzie met zichzelf, met de slecht geprepareerde baan, met een cameraman, met de ballen, met nogmaals zichzelf, met de regels. Het hield niet op.

Het aanzien van Federer in die partij was leerstof voor psychologen. Wat gebeurde er met die man die anders zo gentlemanlike op de baan stond? Hij mopperde op het oneffen gravel en sprak de scheidsrechter in de stoel aan: "Het gravel is niet droog, misschien is het beter nog even te wachten voor we gaan spelen." Op zich was dat keurige taal, maar hij gaf er in de toon die hij gebruikte, een stevige wending aan. Hij klonk bozig en waarom luisterde die man in die stoel niet? Nogmaals legde hij uit dat de kwaliteit van de ondergrond van een gravelwedstrijd er toe doet en dat de baan niet egaal was en dat hij uitgleed over de lijnen. Niet zoals het hoorde, zo hij zei. In redelijk azijn-taal.

Typisch Federer

Toen hij doorging met mopperen sloeg hij series ballen ongelimiteerd ver uit en trok hij een Dumoulin-achtig masker over zijn toch gave kop. Storm. Bij een kantwissel pakte hij een fles, dronk die leeg en gooide het plastic ding met vaart naar de scheidsrechtersstoel. Het plastic bleef daar enige tijd liggen, net alsof niemand de door de God Federer gegooide fles durfde aan te raken. Toen de cameraman van de Italiaans televisie hem tot op twee meter naderde, keek Federer licht geïrriteerd opzij en vroeg of de man hem toch alsjeblieft met rust wilde laten, dat hij toch echt recht op privacy had. Boos dus weer. Dat hij, na meer dan 2,5 uur ploeteren, fulmineren en op zichzelf foeteren toch de winst pakte, was een wonder, maar ook wel weer typisch Federer.

Hij won in drie beladen sets, de laatste tiebreak met 9-7. Het was veelal lelijk tennis geweest, met een knorrige man die won. Neen, Federer was niet blij met wat er allemaal gebeurde en toonde ons allen zijn hum. Zelden zie je hem zo, maar hij kan er dus ineens heel anders uitzien dan dat we van hem gewend zijn: minzaam, zacht, zeker van zichzelf en beleefd. Hij toonde een andere ik en dat is ieder levend wezen, ook topsporters, toegestaan.

Over Mart Smeets

Mart Smeets is radio- en televisiepresentator, journalist en sportcommentator. Iedere zaterdag beschouwt hij voor EenVandaag gebeurtenissen en verhalen uit de sportweek, en zaken die daar aan verwant zijn.

Ster advertentie
Ster advertentie