Handen af van het beroepsgeheim
- Nieuws
- Handen af van het beroepsgeheim
Er is discussie over het medisch beroepsgeheim. Medici, advocaten, tolken en notarissen hebben de plicht te zwijgen over wat hun cliënten hen in vertrouwen vertellen. Advocaten mogen niet worden afgeluisterd als ze verdachten spreken en medici hebben te zwijgen over wat in de behandelkamer heeft plaatsgevonden.
Dat is geregeld lastig voor politie, OM en rechtbank aangezien tolken en advocaten natuurlijk cruciale informatie hebben over eventuele misdaden die hun cliënten hebben begaan en die een veroordeling kunnen vergemakkelijken of zelfs mogelijk maken. De enige uitzondering op het beroepsgeheim is als de advocaat of de notaris informatie verkrijgt over een nog uit te voeren misdaad. Het beroepsgeheim mag gebroken worden om dat te voorkomen, maar voor een misdaad in het verleden dus niet.
Maatschappelijke druk
Dat beroepsgeheim staat wel vaker onder maatschappelijke druk, en dat is niet verwonderlijk. Zo wisten de behandelaars van de Maastrichtse kliniek min of meer van Thijs H.’s dubbele moord op de Brunssumerheide, maar lichtten ze de politie pas in toen H. uit de kliniek was ontsnapt. De vrees dat hij meer slachtoffers ging maken deed de behandelaars beslissen de politie in te lichten. Niettemin vragen we ons met zijn allen af: is dat beroepsgeheim wel oké? Of moeten medici en advocaten verplicht worden cruciale informatie van hun cliënten te delen om moordenaars en verkrachters op te pakken die anders misschien vrij uit zouden gaan?
Hetzelfde probleem en dezelfde discussie doen zich ook voor bij het biechtgeheim, dat in diverse geledingen van het christendom in hoog aanzien staat. Wat de biechteling met zijn biechtvader bespreekt, verlaat het biechthokje niet, ook niet nu dat traditionele hokje vaak ingeruild wordt voor een gesprek in de pastorie of elders. In de rooms-katholieke kerk staat zelfs de maximale straf op het schenden van het biechtgeheim. Loslippige priesters, ook als ze het goed bedoelen, worden geëxcommuniceerd, uitgesloten uit de religieuze gemeenschap. Het zegel van de biecht is absoluut.
Voor seculiere Nederlanders klinkt dat als een minimale straf, maar voor gelovigen komt dat heel hard aan. Niettemin besloten verschillende Australische staten vorig jaar om wetten uit te vaardigen die priesters verplichten om informatie over seksueel misbruik aan de politie te overhandigen, ook als dat via het biechthokje was verkregen. Begrijpelijk weigerde de katholieke clerus. We moeten afwachten om te zien hoe de Australische rechter tegen de zaak aankijkt.
Schijn bedriegt
Het probleem van het beroeps- of biechtgeheim is dat de oplossing simpel is, maar schijn bedriegt. Het lijkt zo voor de hand te liggen: als advocaten en priesters worden geconfronteerd met heftige misdaden – geen eenvoudige fietsendiefstal maar moord en verkrachting – dan moeten ze dat aan de politie vertellen. Maar laten we dat eens van de andere kant bekijken. Stel nu dat het medisch beroepsgeheim niet had bestaan, was Thijs H. dan naar de kliniek gekomen om zich onder behandeling te stellen? Of was ie blijven zwerven met alle gevaren van dien. Stel nu eens dat advocaten loslippig mogen zijn tegen het OM over wat hun cliënt verteld heeft, wie neemt er dan nog een advocaat in vertrouwen? En misdadigers veroordelen zonder een advocaat waarin de verdachte vertrouwen heeft, is de bijl aan de wortel van onze rechtstaat. Stel nu eens, dat de dochter verkrachtende vader niet op het biechtgeheim van de priester kan vertrouwen, aan wie biecht hij dan zijn zonden op en – belangrijker – wie zal hem dan ooit een spiegel kunnen voorhouden en hem wellicht overreden zichzelf aan te geven. Onderdeel van het vergevingsproces in de biecht is dat de zondaar zijn verantwoordelijkheid neemt, en jezelf aangeven om je gerechte straf te ondergaan maakt daar deel van uit.
Nee, het medisch beroepsgeheim en dat van hun talloze collega’s die werken op basis van absoluut vertrouwen, moet natuurlijk gehandhaafd blijven. Wellicht ontlopen zo een paar grote boeven de lange arm der wet, wellicht en dat is betreurenswaardig. Maar het opheffen van het beroepsgeheim betekent dat onze grootse zondaars nooit meer iemand in vertrouwen zullen nemen, bang voor de ogenblikkelijke overlevering aan het gerecht. Opheffing betekent dat artsen, advocaten en priesters niet meer met hun patiënten, cliënten en biechtelingen kunnen praten om hen op het hart te drukken dat genezing en vergeving alleen mogelijk is met het nemen van de eigen verantwoordelijkheid. Handen af dus, alstublieft.
Frank Bosman is cultuurtheoloog