Schaatsen is van ons, nietwaar?
- Nieuws
- Schaatsen is van ons, nietwaar?
Langzaamaan begint het gezang hoorbaar te worden: "We zijn te goed…er is niets aan, steeds weer winnen…" Onzin. In Sotsji, vier jaar geleden liepen mensen hoofdschuddend weg van, wat zij zeiden, "De Open Nederlandse Kampioenschappen." Ze moesten iedere dag naar die oranje pakken kijken en dat ging, op een of andere manier, toch vervelen. Er waren al mensen die het Wilhelmus begonnen mee te neuriën.
Ja, schaatsen is onze sport.
"We" gedogen nog wat andere landen om aan de start te komen en mopperen op hun onvermogen behoorlijke tijden te rijden.
Ook wij, vanachter die smalle dijken, wij van die windmolens en van een doorgeslagen vrijheid in onze manier van leven, denken en doen, beginnen ons weleens te vervelen als er weer een triootje aan Oranje geklede, vrolijke, gezonde kinderen van Jan de Wit zich komen melden voor weer een ceremonie.
Ik ken mensen die het een feestje vinden als er eens een vreemdeling op het podium staat.
Ze zingen dan hardop: " 't Is een vreemdeling zeker, die verdwaalt is zeker…"
Ja, schaatsen is van ons. Dat klopt. Goed gestructureerde, commerciële ploegen met goede trainers en aantrekkelijk budgets, vind je achter de Nederlandse dijken en nergens anders.
Nederlandse schaatscoaches staan in allerlei buitenlanden op vreemde ijsbanen in moeilijke talen hun kennis te spuien. En dat vinden we nog leuk ook.
Fijn dat zendelingswerk, nietwaar?
Ik heb het afgelopen week tweemaal aangehaald in DWDD, maar de televisieregistratie van de schaatswedstrijden uit Zuid-Korea wordt gered door een flinke bus vol Nederlandse vakmensen. Ze bedienen de extra camera’s, het extra geluid en zorgen, gestuurd door enthousiaste mensen die hun vak en de schaatswereld goed kennen, voor top-uitzendingen.
Ik vind het jammer dat dit feit niet eerder bekend was, want velen reageerden verbaasd op mijn woorden: "He, doen wij Nederlanders dat?"
Ja…kijk, Canadezen leven met ijshockey en dus moet je die het ijshockeytoernooi laten coveren. Zwitsers zijn goed in skiën, Duitsers in rodelen, Amerikanen in kunstrijden…voelt u ‘m?
Je moet vakmensen inhuren om op hoog niveau televisie bij de Spelen te maken.
Daar staat die Nederlandse bus bij die schaatshal. En iedere ochtend klimmen daar mijn collega’s van weleer uit om een hele dag hun posities te bemannen en van het schaatsen een echt olympisch verhaal te maken.
Want dat is wat de toegevoegde waarde van het schaatsen is: de Nederlandse vakmensen bieden u een compleet verhaal aan dat in de buitenlanden (als die al schaatsen wensen uit te zenden) niet te zien is.
Als u het olympische schaatsbeeld dat in de z.g. Wold-feed wordt aangeboden zou zien, dan begint het gapen als na twee minuten…saai, saai, grote totaals-shots en een steriele beeldvoering waar zelden gevoel en kennis van zaken uit naar voren komt.
Laten we blij zijn met Knippie, Spalletje, Peter Groeneveld, Peter Bakker, Marleen, Joris, Bart en Bart en Bart en Koentje en Arjan, Martien, Remco, Thijssie en Wilco en niet te vergeten Astrid die dit hele zwikkie leidinggeeft en die de afgelopen week zulke lekkere televisie bij ons in de huiskamer heeft gebracht. En sorry als ik iemand vergeet…
Ja, een Nederlandse vrouw leidt deze hele escapade en ze doet dat goed en de mensen gooien hun hele kennis en gevoel in de registratie en verbazen ons iedere dag weer.
Televisie is herkennen en je op je gemak voelen en omdat wij iedere seconde vanuit de ijshal bekijken, krijgen we dit klassenwerk op onze buis. We vinden het de gewoonste zaak van de wereld, maar dat is het niet. Zelden zie je zulk een vakwerk. Deze groep kan dat en bewijst dat iedere dag. Het is een moeilijk vak: het registreren van Olympische live-uitzendingen, wilt u dat van me aannemen, please.
We zien de tranen en de twijfels, de sprongen en de grimassen, de boze blikken, de hoop, de angst en het verdriet. We lachen en huilen mee omdat we a.h.w. in de huid gekropen zijn van de deelnemers. We zien en horen alles, we ruiken de deelnemers al bijna, we voelen de luchtverplaatsing en weten waar alle ouders van alle jongens en meisjes zitten.
Soms denk ik weleens: het is "te", maar "te" past hier niet. Het is goed zo, het stoort niet deze vorm van vakmanschap…
We genieten van onze sport omdat het gebracht wordt door onze mensen; jongens en meisjes die hun ziel en zaligheid in dit vakwerk leggen.
Het siert hen allen dat ze zo verdraaid mooie televisie kunnen maken waar wij ons aan zitten te vergapen.
Op de vraag of ik de Spelen niet mis als arbeidzaam ex-televisiemens, antwoord ik steevast "Neen, ik mis alleen mijn maten en maatjes."
Ja, ik mis ze, maar ik zie dat het goed gaat en ben enorm blij dat een "regionale" sport op zulk een hoog topniveau wordt gemaakt.
Al deze lieden…chapeau, wat leveren jullie fantastisch werk af.
Ik mis jullie, maar toch ook weer niet.
Dat laatste begrijpen jullie.
Nog graag een topweek erbij.