Hoe integer zijn integriteitsonderzoeken?
- Nieuws
- Hoe integer zijn integriteitsonderzoeken?
"Driekwart van de onderzoeken die ik heb gezien, zijn naar mijn mening onterecht tot de conclusie gekomen dat de betreffende bestuurder niet integer gehandeld zou hebben", zegt hoogleraar bestuurskunde Michiel de Vries aan de Radboud Universiteit van Nijmegen in Reporter Radio. Samen met een masterstudent bekeek hij 47 integriteitsrapporten. De omstreden kwaliteit van integriteitsonderzoek dat topambtenaren en bestuurders hun baan kost is de titel van hun onderzoek.
De Vries begon aan zijn onderzoek omdat een aantal betrokken bestuurders de kwaliteit van integriteitsonderzoek tot aan de rechter aanvocht. En aantal van die beschuldigde bestuurders werd door de rechter in het gelijk gesteld. Het onderzoek van De Vries geeft voorbeelden van methodologische missers in integriteitsonderzoek die relevant zijn voor de getrokken conclusies over de betrokken topambtenaar of bestuurder.
De hoogleraar bestuurskunde stelt integriteitsonderzoek niet gelijk aan wetenschappelijk onderzoek vanwege de aanwezigheid van een opdrachtgever, de problematische context waarin het onderzoek wordt verricht, de problemen die zich kunnen voordoen in het onderzoeksproces en de positie van de onderzoeker ten opzichte van de opdrachtgever. Zo kan een opdracht heel beperkend werken naar de onderzoekers toe, volgens De Vries. “En als je dat dan accepteert als onderzoeker, van u betaalt dus u bepaalt ook wat de opdracht is en wij voeren uit, dan vraag ik me af of je als onderzoeker wel wetenschappelijk integer bezig bent."
In de integriteitsrapporten die De Vries bekeek, gaat het om vermeende belangenverstrengeling, financiële delicten, lekken van vertrouwelijke informatie, ongewenste omgangsvormen, misbruik van bevoegdheden en onjuist gebruik van bedrijfsmiddelen. Daarnaast staat er een opvallend zinnetje in zijn artikel: “In 11 gevallen was het onduidelijk wat de integriteitschending inhield.”
Het belangrijkste onderzoekspunt was of de door de integriteitsonderzoekers getrokken conclusies houdbaar waren. Hierbij lette De Vries op vier zaken. Ten eerste is er gekeken of de conclusies gebaseerd zijn op een adequate vergelijking van het feitenrelaas met het normenkader. Een normenkader wordt vastgesteld aan de hand van gedragscodes en regelgeving. Daarbij is er gekeken of er geen onzekerheden of onduidelijkheden in het feitenrelaas stonden, het feitenrelaas getoetst is aan een normenkader, of er geen drogredenen zijn gebruikt en of data en moraliserende opmerkingen van elkaar gescheiden waren. Voldeed het rapport aan al deze zaken dan werd de conclusie houdbaar genoemd. In totaal kwam op basis van deze criteria slechts iets meer dan één op de vier integriteitsrapporten (27,7%) met een conclusie die op basis van deze criteria als houdbaar kan worden beschouwd.
De Vries besluit zijn artikel met de woorden: De conclusie die wij hieruit trekken, maar die de auteurs van integriteitsrapporten zelf uiteraard veel te negatief vinden, is dat in te veel integriteitsonderzoek de onderzoeksopdracht op zich al sturend is naar de uitkomst toe, de wijze van dataverzameling discutabel is, de criteria om te komen tot de conclusie onhelder zijn, de conclusie vaak niet volgt uit het feitenrelaas noch uit de analyse daarvan, en uiteindelijk dat de onderzoeker te graag tot een eenduidige conclusie over schuld lijkt te willen komen. Dat is betreurenswaardig.
Onderzoekers zouden een meer onafhankelijke positie naar de opdrachtgever toe in kunnen nemen en voorzichtiger zijn in hun conclusies.
Reporter Radio
Reporter Radio, iedere zondag van 19:00 - 20:00 uur op NPO Radio 1.