Steeds vaker verhuizen kinderen van arbeidsmigranten mee, basisscholen kunnen amper bijbenen
- Nieuws
- Steeds vaker verhuizen kinderen van arbeidsmigranten mee, basisscholen kunnen amper bijbenen
Het aantal kinderen uit Midden- en Oost-Europa dat met hun familie meeverhuist neemt elk jaar toe. Op dit moment wonen er zo'n 92.000 kinderen uit Midden- en Oost-Europese landen in Nederland. Verschillende organisaties slaan alarm over de omstandigheden en kwetsbaarheid van de kinderen. Met name over de Bulgaarse kinderen zijn de zorgen groot: zij groeien vaker op in armoede en komen moeilijker mee op school dan andere kinderen, blijkt uit onderzoek van Argos.
Luister het hele verhaal: - Argos
(On)zichtbaar in de wijk
In de wijk Transvaal in Den Haag komt één op de vijf bewoners uit een Midden- of Oost-Europees land. Vooral de Bulgaren zijn in de meerderheid in Transvaal. Eind 2023 woonden er er zo’n 2033 Bulgaren in de wijk, zegt Monique van den Berg, programmadirecteur arbeidsmigranten in Den Haag. Waarschijnlijk zijn dat er in werkelijkheid meer, zegt ze: "Ik verwacht dat zo'n dertig procent zich nooit bij de gemeente heeft gemeld." Dat er een groot aantal arbeidsmigranten leeft is goed zichtbaar: in de buurt zijn verschillende Bulgaarse winkels en supermarkten te vinden.
Ondanks die lokale zichtbaarheid, lijken de meeste arbeidsmigranten onzichtbaar, wordt gesteld in Argos. Ze gaan vaak vroeg van huis, en vertrekken in grote getalen in busjes richting het Westland of naar bouwplaatsen, en keren pas laat op de dag weer terug. Hierdoor staan de kinderen van de arbeiders er vaak alleen voor. Basisschool de Springbok in Transvaal ziet hoe kinderen soms te vroeg voor de hekken van het schoolplein wachten of worden afgezet in de speeltuin.
Volgens Vincent Wanschers, adjunct-directeur, van de Springbok, is er vaak een flinke taalbarrière, vooral bij de kinderen met de achtergrond van een Roma of Sinti. "De taal kent veel minder woorden dan het Nederlands. Dat verschil is voor kind en ouders moeilijk te vatten." Dat zorgt voor leerproblemen en achterstanden, ziet hij. Maar ook op cultureel gebied ontstaat miscommunicatie, bijvoorbeeld het vragen van hulp, dat in andere landen vooral als falen wordt gezien, waardoor kinderen het niet laten weten als het slecht met ze gaat.
Een lege stoel na de vakantie
Die toestroom van Oost-Europeanen naar Nederland is niet nieuw: de afgelopen twintig jaar voegden steeds meer landen zich toe tot de EU, waardoor lage lonen arbeid in Europa toegankelijk en aantrekkelijk werd. Toch werken de arbeidsmigranten vaak voor een minimumloon en zitten ze krap bij kas, met als gevolg vaak groeiende armoede, doorsijpelend op de kinderen. Wanschers noemt een leerling die werd geholpen nadat bleek dat hij thuis geen fatsoenlijk bed had en nergens zijn kleding in kon opbergen.
"Dat de juffen en meester van de Springbok een oogje in het zeil houden is om die reden extra belangrijk", zegt Wanschers. Zo kunnen ernstige problemen bij de kinderen op lange termijn voorkomen worden. Daarom ligt de focus in het internationale programma van de basisschool niet alleen meer op taal en rekenen, maar ook op maatschappelijke thema’s als identiteit en cultuur.
Veel scholen krijgen jaarlijks geld om onderwijsachterstanden tegen te gaan, maar voor kinderen uit Bulgarije wordt er minder geld vrijgemaakt. Dat komt deels door de afgemeten armoede, bijvoorbeeld de schuldsanering, die bij veel Bulgaren niet bekend is. Een andere oorzaak is dat veel Poolse en Bulgaarse migranten bekend staan om het doorreizen. Zo zien Wanschers en collega’s vaak lege stoelen na de vakantie, soms van tevoren verteld, soms niet.
Gerelateerde podcast
Argos