Doorbraak in onderzoek naar MS
- Nieuws
- Doorbraak in onderzoek naar MS
Er is een doorbraak in het onderzoek naar de ziekte MS. Het Epstein-Barr-Virus (EBV), dat ook de ziekte van Pfeiffer veroorzaakt, wordt nu direct gelinkt aan de ontwikkeling van MS. Wat dit betekent voor de toekomst en behandeling van de ziekte bespreken Marvin van Luijn, werkzaam op de afdeling Immunologie van het Erasmus MC in Rotterdam, en Maricha Kroeske, MS-patiënt, in De Nieuws BV.
Video niet beschikbaar
Over de ziekte MS bestaat al langer verwarring. Kroeske legt uit dat MS vaak wordt aangeduid als spierziekte. "Dat is het niet, het is een progressieve zenuwaandoening in de hersenen en het ruggenmerg", aldus Kroeske.
EBV staat bekend als de veroorzaker van Pfeiffer, en werd al eerder gelinkt aan MS. Daar is nu ook daadwerkelijk bewijs voor. "Wat naar voren is gekomen is dat Pfeiffer het risico op MS wel twee tot drie keer verhoogt", aldus Van Luijn. "Je kan geen MS krijgen zonder het virus bij je te hebben gehad, dat onderdeel van de puzzel ontbrak nog als bewijs voor de theorie." Ook Kroeske heeft EBV bij zich gedragen: "Ik had op mijn zeventiende de ziekte van Pfeiffer."
Vervolg onderzoek
Volgens Van Luijn is dit stuk bewijs zeer belangrijk om de laatste twijfel over de theorie weg te nemen. Van Luijn vertelt dat het onderzoek zich nu richt op de vraag wat het EBV voor effect heeft op het afweersysteem en waarom gezonde mensen die het virus wel bij zich dragen geen MS ontwikkelen.
"Het virus houdt zich schuil in bepaalde afweercellen en het heeft functioneel effect op je afweersysteem waardoor je een auto-immuunziekte als MS kan krijgen. Dit betekent dat het virus zich nestelt in het DNA." De vraag die logischerwijs volgt is of nu ook aangetoond kan worden of MS erfelijk is. Volgens Van Luijn zit er zeker ook een genetische component aan vast. "Bij eeneiige tweelingen is de kans groot als de een het heeft, de ander het ook krijgt.
Toekomst MS
Ondanks deze doorbraak is volgens Van Luijn de oplossing om MS te voorkomen en genezen nog ver weg. "Het belangrijkste is nu dat we weten dat EBV een interactie aan kan gaan met het DNA. Wij willen begrijpen hoe het groepje cellen waarin EBV zich bevindt zich gedraagt, zo hopen we de ziekte beter te voorspellen."
Kroeske vindt het nieuws hoopvol. "Wie weet wat we hier mee verder ontdekken." Helaas komt de ontwikkeling voor haar te laat omdat zij al in een ver stadium van MS zit. Net als vele andere MS-patiënten is het verloop van de ziekte voor Kroeske een mysterie. "Ik probeer nog steeds dagelijks te leren omgaan met de ziekte." Maar alles accepteren doet ze niet. "Ik denk dat het mij krachtig houdt om te blijven vechten als ik de ziekte niet 100% accepteer."