Gaan jongeren te snel naar de psycholoog? 'Ouders moeten kinderen leren omgaan met frustratie'

Van Ooijen waarschuwt dat de druk op de jeugdzorg te hoog wordt. Volgens de staatssecretaris is het aantal jongeren dat daar gebruik van maakt in 25 jaar gestegen van een op de 27 naar een op de zeven. Het woud aan psychische begeleidingstrajecten voor jongeren is vrij uitgebreid. Het gaat van zware middelen, zoals gestolen instellingen, tot aan sociale vaardigheidstrainingen of begeleiding als een jongere zich zenuwachtig voelt voor een schoolkamp.

Met name het beroep op die laatste categorie zou vaak voorkomen kunnen worden, denkt Van der Wal. Zij vindt dat er veel meer ingezet moet worden op opvoedondersteuning, zodat dingen niet uitgroeien tot problemen. "Bijvoorbeeld kinderen al jong leren dat ze niet altijd hun zin krijgen. Er zijn ouders die echt problemen hebben om op een verstandige manier om te gaan met driftbuien van een peuter. Als een kind ouder wordt, kan dit uit de hand lopen."

Dat uit de hand lopen is al lang gebeurt, vindt emeritus hoogleraar Klinische Psychologie Jan Derksen. "Opvoeden bestaat uit stimuleren, maar ook uit frustreren. Kinderen moeten gefrustreerd worden om om te leren gaan met de emoties die dan ontstaan. Mensen hebben niet geleerd met om te gaan met tegenslag", vindt hij.

'Kijk eens naar de kwaliteit'

Eén van de criticasters van Van Ooijen is jeugdzorg-ervaringsdeskundige Jason Bhugwandass. Hij strijdt al jaren voor beter jeugdbeleid, nadat hij op zijn zestiende in een gesloten inrichting terecht kwam. Hij noemt de uitspraken van Van Ooijen 'bagatelliserend'. "Het zijn niet de jongeren die nerveus zijn voor een schoolkamp die ervoor zorgen dat jongeren die behoefde hebben aan zwaardere hulp, daar niet aan komen. Dat is kul", zegt hij.

Volgens hem ligt het probleem vooral bij de overheid, die al jaren bezuinigt op jeugdzorg. "Het gaat de overheid er vooral om dat het duur is", stelt hij. Als er meer geld naartoe zou gaan, zou er beter gekeken kunnen worden naar de kwaliteit. "Er zijn kinderen die jaren in de jeugdzorg rouleren. Dat doe ook wat met de druk op de jeugdzorg", stelt hij.

Over die kwaliteit vindt hij Derksen aan zijn zijde. "53 procent van de jongeren geeft in een GGD-onderzoek aan dat ze psychische problemen ervaren, maar die hebben lang niet allemaal een stoornis", zegt hij. "Er moeten aan de poort veel beter opgeleide mensen zitten die verstand hebben van de problemen van jongeren. Die kunnen veel beter selecteren. Daar mist het in de jeugdzorg aan."