Hoe de Russische kerk op de schoot van Poetin ging zitten
- Nieuws
- Hoe de Russische kerk op de schoot van Poetin ging zitten
Volgens het hoofd van de Russisch-Orthodoxe kerk, patriarch Kirill, voert Rusland in Oekraïne een oorlog tegen westerse goddeloosheid. Hij en Poetin lijken twee handen op één buik. Waar komt die kerkelijke gezagsgetrouwheid vandaan? Hoort de kerk dat gewelddadige gezag niet tegen te spreken? Katya Tolstoj, theologe en hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, vertelt bij OVT.
Video niet beschikbaar
Honderd jaar geleden was de band tussen de Russisch-Orthodoxe kerk en de Russische staat helemaal anders. Onder het Marxistische bewind van Lenin, waarbij religie vooral bekend stond als het 'opium voor het volk', werden het atheïsme en nationalisme op allerlei manieren naar voren geschoven als de vervangende ideologieën van de Russische orthodoxie.
Volgens Katya Tolstoj ging die omslag onder het communistisch bewind gepaard met "echt massale campagnes om de kerkelijke religie te bestrijden, om de relikwieën te vernietigen, iconen te vernietigen, en kerken en kloosters te sluiten."
Omslag onder Stalin
Onder het bewind van Lenin belandden ook vele priesters en geestelijken in de goelag. Tolstoj: “Dat hield allemaal grofweg aan tot de Tweede Wereldoorlog, waarin Stalin plotseling een inzicht kreeg dat hij de kerk strategisch kon gebruiken. Dat heeft hij ook gedaan.”
"Wij weten ook nog dat zijn eerste woorden aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, waarmee Stalin zijn volk toesprak, een terugval waren op zijn orthodoxe seminarieverleden," vertelt Tolstoj. "Hij sprak het volk toe, drie dagen nadat de oorlog begon, met de woorden 'broeders en zusters', en niet met 'kameraden'." Volgens Tolstoj was deze woordkeus bewust, om de kerk, vanaf dat moment, in te kunnen zetten als propagandamachine voor zijn eigen regime.
Kerkelijke gezagsgetrouwheid
Onder Stalins bewind gingen de eerste kerkelijke gebouwen weer open, en later, onder het bewind van Brezjnev, kwam er mondjesmaat steeds meer ruimte voor de kerk. De houding van de Russisch-Orthodoxe kerk veranderde hiermee al snel in dat van een instituut dat in eerste instantie probeerde te overleven. Het liet zich bewust gebruiken als propagandakanaal van de Russische staat. “De kerk kon niet anders, dat moeten wij niet vergeten,” benadrukt Tolstoj. “Het was een achtervolgde kerk, een waarvan de geestelijken eerder nog in de goelag belandden.”
De kerkelijke gezagstrouw die momenteel te zien is in de steun van patriarch Kirill aan de oorlog van president Poetin, valt te herleiden naar deze geschiedenis. “Het is tot op zekere hoogte een erfenis uit die tijd,” zegt Tolstoj. Tegelijkertijd moet volgens haar ook niet de rol van individuen worden onderschat. Er zal veel onderzoek moeten worden gedaan naar het karakter en de motivaties van patriarch Kirill, die hier zelf een grote verantwoordelijkheid draagt.
Gerelateerde podcast
OVT