Nieuw pensioenstelsel op komst: 'Straks hogere pensioenen bij economische voorspoed'

De uitgangspunten van het nieuwe pensioenstelsel, daar is hij het wel mee eens. Hans Biesheuvel, voorzitter van ondernemersorganisatie Ondernemend Nederland, wijst erop dat bijna niemand meer z’n hele leven bij dezelfde werkgever zit. "Dus dat we naar een individueel pensioen gaan, dat lijkt me volkomen terecht."

Benadeeld

Maar er zijn nog wel belangrijke, openstaande onderwerpen. Een belangrijke commissie die allerlei scenario’s moet uitrekenen, heeft z’n slotconclusies nog niet gepresenteerd. "En ik vind het eerlijk gezegd onverantwoord zonder die uitkomsten om dan beslissingen te gaan nemen."

Het tweede is dat mensen van boven de 40 "benadeeld worden" bij de omslag van het ene naar het andere pensioenstelsel. "Ze moeten gecompenseerd worden, maar hoe? Wij zijn bang dat wij de rekening moeten gaan betalen. Het is zo’n 100 miljard wellicht. Nou, dat kunnen we er op dit moment helemaal niet bij hebben." Daarover straks meer.

Wegwuiven

Eerst gaan we naar Ger Jaarsma, voorzitter van de Pensioenfederatie. Dat van die losse eindjes, dat klopt niet, zegt hij. En hij wijst erop dat de omslag naar een nieuw pensioenstelsel een lange adem heeft. Het begon allemaal in 2019, met het sluiten van het pensioenakkoord. En straks hebben we nog 4 jaar om alles te implementeren.

Een ander, veelgehoord kritiekpunt is dat de economie er te slecht voor staat momenteel. Maar ook dat wuift Jaarsma weg. "Je kunt wel zeggen: 'We stellen het een jaar uit.' Maar volgend jaar hebben we weer een andere economische situatie." Hij vindt dat we niet allerlei "gelegenheidsargumenten" moeten gebruiken om te zeggen dat de wet niet deugt. Want we moeten verder, benadrukt hij. "Het huidige stelsel is niet meer van deze tijd, daar kunnen we komende decennia niet mee verder. Dat weten we al 15 jaar."

Slechtere tijden

Dat heeft onder meer te maken indexeren, of het gebrek daaraan, beter gezegd. Gaat het goed met de economie, dan willen mensen daarvan meeprofiteren, maar dat gaat nu lastig.

"Want in het huidige stelsel moeten we buffers aanhouden. In het nieuwe stelsel krijgt iedereen z'n eigen potje. Dan hoef je geen buffers aan te houden. En dan is het zo dat als de beurzen goed gaan, de vermogens in de potjes stijgen. En dan kunnen we ook direct overgaan tot het uitbetalen van hogere pensioenen." Bij slechtere tijden is er een algemene reservepot om tegenvallers "uit te vlakken of op te vangen".

Dwingende wetgeving

De buffers zitten vol, dus indexeren zou nu prima kunnen, reageren critici. "Ja, er is heel veel geld in kas, maar er staan ook heel veel pensioenverplichtingen tegenover", zegt Erik Lutjens, hoogleraar pensioenrecht aan de VU. "En de pensioenfondsen moeten waarborgen dat levenslang het pensioen betaald blijft worden."

Om nog even terug te komen op die veertigers, die benadeeld zouden worden. Dat heeft ermee te maken dat iedereen dezelfde premie betaalt. Alleen het geld van een 21-jarige kan veel langer renderen dan van een 60’er, is de uitleg van Lutjens. Het omslagpunt ligt bij de 40 jaar. Die leeftijdsgroep moet gecompenseerd worden, legt hij uit. En daarvoor zijn de sociale partners aan zet. "Dit moet je niet in dwingende wetgeving vastleggen."